Op deze website publiceer ik niet-uitgegeven verhalen. (niet in boekvorm verschenen)
1. Being there to choose. - filosofisch fantasieverhaal, geschreven in 2022, aangepast /voltooid in 2024.
- Being there to choose-
-Dit verhaal is een fantasie of gedachtenspinsel dat zich al schrijvende uitbreidde. Het is geen wetenschap, noch correcte geschiedenis of religie-
Srebrenica- 1995
De wijze waarop Felix hier terecht kwam was mysterieus en onaards machtig. Dit was veel vaker gebeurd en bleef fascineren. Ergens zijn waar hij nog nooit eerder geweest was werkte als een verslaving. Een verrassende omgeving deze keer en precies wat hij had gehoopt. Hij zag nu zaken die hij niet eerder zag maar ze waren volkomen vertrouwd en hij kende iedereen om zich heen alsof hij nooit ergens anders was geweest.
In flitsen zag hij een volledig verleden dat niet van hemzelf was. De upload ging razendsnel. De flitsende herinnering kwam tot hem en vanaf het moment dat dit proces voltooid was kon hij overschakelen naar de orde van de dag van zijn gastheer. Dit was het moment.
'Generaal wat is uw opdracht?' riep een nerveuze ondergeschikte tot hem. Felix keek de man van korte afstand doordringend aan en moest antwoorden. Zijn gezag was machtig in deze situatie. Zo had hij het graag.
'Generaal Mladic wat zijn uw orders en wat doen we met de mannen?' herhaalde de nerveuze man.
De koude bleke generaal antwoordde zonder een spier in zijn normaal boekdelen sprekende gelaat te vertrekken dat alle mannen opgeruimd moesten worden. 'Neem ze allemaal in groepen mee naar het bos en doe het daar. Graaf diepe kuilen. Dit is mijn bevel'.
'Ja generaal' antwoordde de kolonel die hem nu niet langer recht aankeek maar omdraaide en wegliep.
De Hemel. De Hel. Wat zijn dat eigenlijk voor begrippen? De goede mens gaat naar de Hemel. Dat is wat de gelovige mensheid placht te verkondigen en de slechte mens gaat naar de Hel. De Hel is in de ogen van de brave mens een plaats van brandende pijn, verdoemenis en straf. Angst ontstaan voor de Hel spoort de mensheid aan braaf te zijn.
Zit er goed en kwaad in ieder mens? Zijn mensen alleen maar goed of alleen maar slecht? Dit systeem beloont de brave mens die braaf wil zijn met engelen, blauwe firmamenten, luchtigheid, vrede en innerlijke rust. Een plaats van God door God gemaakt in Zijn Almachtigheid. Maar wie creëerde de Hel? God? Die moet dan ook veel verstand hebben van straf, verdoemenis en brandende pijn. Kan de Goedheid zelve zoiets bedenken? Wie of wat bracht God dan op het idee hoe de Hel vorm te geven? Was dat het slechte in God? Bestond dat ook? Of is de Hel een creatie van de Duivel? De tegenpool van God die zijn versie van de Hemel creëerde voor de slechte mens? De in-en-in slechte mens die niet moet denken aan een verblijf in dat verheerlijkte blauwluchtige Walhalla maar die gedijt bij het aanbrengen van leed, in bloed baadt en bevrediging vindt in het doden, straffen, verkrachten en verbranden. De Hel is voor hem juist een Hemel.
Felix verliet zijn gastheer enkele dagen later en keerde terug naar de plaats waar hij steeds weer terugkwam. Het Al.
Voor wie in Hemel en Hel gelooft zal dit een ontluisterend verhaal zijn. God kan geen Hel gemaakt hebben. Het zou juist een beloning geweest zijn voor de slechten onder ons en geen straf.
De Duivel zou eerder een Hel creëren voor zijn volgelingen. Felix wist naar aardse maatstaven niet precies hoe lang hij al bestond. Tijd was niet iets waar hij ooit rekening mee hield. Hij stond boven de Tijd. Dat was een aards en primitief begrip.
Hij bestond net zo lang als zijn tegenpool. De Oerknal, een theorie van aardse stervelingen was als gissen naar de oorsprong. Maar ze zaten er zo ontzettend naast. Felix wist precies nog van zijn ontstaan en van het bestaan van het ‘Overal’ of ‘Al’. Iets wat in aardse termen niet te beschrijven was omdat de grootsheid ervan niet door een aards verstand te bevatten viel. Oermachten zouden de mensen van de aarde het noemen als ze het zouden moeten omschrijven. Verder kwamen ze niet.
Ze zouden nooit precies weten van de enorme ‘oermachten’ uit een onovertroffen groot en leeg Al. De oermachten waren in feite twee ledige massa’s van niet aards te bevatten omvang die onderweg waren door Het Leeg, een groter geheel zonder begin of einde. Beiden onwetend maar niet doelloos naar elkaar onderweg. Die ledige massa's, slechts bestaand uit beweging en sporadisch minuscuul stof waren ondanks dat de kans daarop uiterst klein en verwaarloosbaar was geweest frontaal op elkaar geknald. De snelheid en omvang van beide leegheden maakte dat de energie die daaruit voortkwam al wat nu bestaat creëerde. Botsend stof creëerde energie en massa. Er was massa en Felix was in deze prille botsing ontstaan. Als een geactiveerd bewustzijn zonder fysiek. Plots volledig bewust maar niet als de mens. Hij doorzag het Al en kende meteen ook zijn tegenpool die later door de mensheid God zou worden genoemd. Die was vermoedelijk uit dezelfde primaire botsing ontstaan. De mensheid die pas veel later ontstond zou dit -als zij dit zou moeten doen- omschrijven als ‘het moment dat Tijd begon’.
Beide krachten waren voortvarend gaan bouwen aan hun ideaalbeeld en werden door hun innerlijk gedreven. Felix leerde zijn macht kennen en creëerde poelen van vuur en hield van geluid, scherven en destructie. Bollen van vuur en onmetelijke energie stichtte hij en vuurde die alle kanten de ruimte in. God trachtte Felix’ creaties teniet te doen en om te vormen. Vuurbollen werden zonnen en kregen een functie waardoor planeten konden ontstaan. God maakte de mens mogelijk. Hij creëerde de mogelijkheid van het ontstaan van de aarde en al wat er op ging rondlopen.
Hevige strijd hadden beiden geleverd waarna een soort van status-quo was ontstaan. Maar geen status-quo van rust. Beiden streven nog steeds naar hun eigen idealen. Goed versus Kwaad. De aarde is het middelpunt van dit moment. Het strijdtoneel van het goed en het slecht door aardse eeuwen heen vervlochten met elkaar. Geen van beiden was moegestreden en beiden zeer gebaat bij het voortbestaan van de aarde. Zonder die unieke planeet zou hun strijd weer in het grote luchtledige moeten plaatsvinden. De aarde was voor beiden een comfortabel strijdtoneel. Het was zoals het was en beide kampen bezaten hun enorme gedrevenheid tot overheersing. Het goede kon zich uitstekend nestelen in de mens. Maar het kwaad kon dat even goed. Elke mens werd met alleen innerlijk 'goed' geboren. 'Slecht' kwam altijd later pas. Daar zorgde Felix voor. Zijn ideaal bestond uit het leveren van strijd, oorlog, ruzie, conflict, meningsverschil. Waarom dat een ideaal was? Puur om te overleven. Zijn levensdoel. Zoals hij ontstaan was kon hij slechts voortbestaan. Wanneer er geen slecht meer bestond, bestond hij niet. Het slechte was een eerste levensbehoefte. Felix had maar één kant. Geen goed school in hem, nog geen duizendste deel. En God was goed, bezat geen slecht.
Zo was het altijd geweest en zo zou het waarschijnlijk altijd zijn.
Felix was alle tijden op zoek naar een manier waarop het goede overwonnen kon worden en in zijn gewapende strijd tegen het goede was alles geoorloofd. Hij creëerde verschillende technieken om het goed in de mens aan te vallen en om te vormen. Hij bezat krachten om de daarvoor bevattelijke mens te beheersen. Hij bezat de kracht toe te treden in de geest van zijn slachtoffer dat vooral toegankelijk was wanneer die onder grote psychische druk stond. Felix had een antenne voor stress en mat het geweten van zijn beoogde slachtoffer. Machtige mensen die onder grote belangstelling stonden van andere mensen kon hij het best betreden. Op momenten dat de druk en de stress voor deze lieden het grootst was sloeg Felix toe.
Hoe dat precies werkte wist hij feitelijk niet maar zich begeven in de directe omgeving van zijn slachtoffer was voldoende. Felix zweeft rond zijn slachtoffer en meet zijn stress en ruikt zijn zweet. Hij kijkt in ogen die hem niet zien en juist wanneer hij dat éne ziet in de ogen van zijn slachtoffer kan hij in een flits worden opgenomen in diens brein en heeft vanaf dat moment letterlijk alle macht in handen. Een kwestie van concentratie, goed kijken en opgenomen worden meer was het niet. Het gebeurde dan. Hoe dan exact? Hij wist het na al die miljoenen jaren niet. Maar een overname van iemands geest gaf hem per direct inzicht in diens gehele ‘zijn’ en gevoel, het heden en het verleden. Op slag kende hij de aard en alle belangen van zijn gastheer. Zijn gewoontes en zijn gehele geschiedenis en contacten, verhoudingen tot anderen, zijn gevoel en alle herinneringen. Hij kende alle mensen die zijn slachtoffer ooit ontmoet had. Alles wist hij. De overname van de geest was totaal.
Er was ook een niet-volledige overname van de geest. Die nam niet de gehele geest over maar het brein werd slechts een kortstondig bezoek gebracht en er werden geen veranderingen aangebracht. Dit gebeurde bij vrijwel alle pasgeborenen en God stond machteloos. Het eerste bezoek veroorzaakte bij baby’s vaak het eerste huilen direct na de geboorte. Het ontbreken van angst en stress voorkwam in die fase een volledige overname. Er was in die fase ook nog geen groot belang tot overname van de geest. Er werd een spoor achtergelaten wat het ‘slachtoffer’ vanaf dat moment toegankelijk maakte voor het Kwaad. Er werd een begin van een weg gebaand die nog niet begaan kon worden maar wel waarde had voor later. Baby’s, peuters, kinderen, volwassenen. Ze droegen vrijwel allen een spoor van Felix.
God weet van de overnames van het brein van mensen en probeert er alles aan te doen Felix te stoppen maar vaak is het te laat. Zoals bij Mladic. Net te laat. Hij had niet gezien dat de Generaal toegankelijk was voor volledige overname door Felix. Toen hij het goed en wel door had was het al te laat. God werd ervoor beklaagd maar kon het niet helpen. Felix was hem te snel af met alle desastreuze gevolgen voor de ruim 8000 moslimjongens en mannen van Srebrenica.
Aan God mocht de mensheid toeschrijven ‘overal’ te zijn, doch dat was schromelijke overschatting. Wanneer er overal aan je gedacht wordt wil dat nog niet zeggen dat je fysiek of mentaal overal tegelijk aanwezig bent en invloed kunt uitoefenen. Dat was ook niet het doel. De mensheid moest goedheid vanuit haar eigen kern zien op te bouwen en verder exploiteren. Simpel gezegd: God gaf de handvaten maar de mens moest het zelf klaren. Daarin verschilde God van Felix en hoewel het vaak verleidelijk was voor God om zoals Felix de gehele regie van een brein over te nemen, mocht dat nooit praktijk worden op die manier. Daarin mocht goedheid zich niet uiten.
Toegankelijk voor volledige overname van het brein waren bijna alle mensen. Maar Felix wilde alleen en vooral de machtige mensen tijdelijk overnemen. Zo had hij daar dus de meeste belangstelling voor. Generaal Mladic was een mooi resultaat maar Adolf Hitler was door de jaren heen zijn grootste overwinning geweest en hij dacht nog vaak aan het moment van de overname van diens brein.
Vlak na operatie Barbarossa had hij in Hitlers hoofd plaatsgenomen. Operatie Barbarossa was de codenaam voor de aanval van Duitsland op de Sovjet-Unie op 22 juni1941 gedurende de Tweede Wereldoorlog. De militaire operatie was vernoemd naar keizer Frederik I Barbarossa van het Heilige Roomse Rijk, een van de leiders van de Derde Kruistocht.
Operatie Barbarossa is de grootste militaire operatie uit de geschiedenis gemeten naar het aantal ingezette troepen en slachtoffers. Begin december verklaarde Hitler ook de oorlog aan de Verenigde Staten van Amerika. Duitsland moest het nu tegen twee supermachten opnemen, onder welke inspanning het uiteindelijk bezweek. De mislukking van Operatie Barbarossa was zo een keerpunt in de oorlog en luidde de ondergang van nazi-Duitsland in, waarvan het oorlogspotentieel op het grootste en bloedigste strijdtoneel van de Tweede Wereldoorlog binnen vier jaar geheel uitgeput zou raken.
Maar Felix had zich vooral vanaf het moment van zijn intrede in Hitlers brein gericht op het uitroeien van de Joden en het aanwakkeren van haat. Felix’ intrede in Hitlers brein was de oorsprong van Hitlers Jodenhaat. Zelf beschrijft Hitler zijn wording tot antisemiet in Mein Kampf als het gevolg van een lange persoonlijke worsteling. De waarheid was een stuk eenvoudiger. Felix was in hem getreden en beschouwde deze overwinning als de meest prestigieuze uit zijn bestaan. Het moment stond hem nog bij als de dag van gisteren. Het rondzweven, aanwezig zijn zo wist hij bracht onwillekeurig zijn beoogd slachtoffer van de wijs, uit balans. Stress moest toenemen, totdat Felix het angstzweet kon ruiken. Het kijken in de ogen en toegang vinden op het juiste moment, het wachten op de flits. De flits vlak na het groter worden van de pupil van de persoon in kwestie die de oplossing denkt te zien van zijn probleem in een fractie van een seconde. In die fractie gebeurde de overname. Het was zo een spannend moment! Felix kikte er op als hij de flits kon voorspellen. Bij Adolf Hitler wist hij dat het idee in diens brein was gevormd en dit idee voorzag in een manier om de Joden allemaal uit te roeien. Het was nooit een proces geweest maar slechts een moment. In slechts één moment werd het lot bezegeld van miljoenen Joden. Het moment van het tot stand komen van het idee in Hitlers brein gaf een minuscule vergroting van de pupil. Deze minuscule verandering was het moment van de overname door Felix. Zodra deze werd waargenomen was het moment daar. Hitlers brein binnentreden was zelfs voor Felix een indrukwekkende ervaring gebleken. Alsof hij in een gigantisch oud kasteel binnenliep, een oud en indrukwekkend duister kasteel met vele geheimen. Zalen, kamers, kerkers, en in al die ruimtes speelden zich taferelen af die ook Felix nooit in enig ander mensenbrein had waargenomen. Een overweldigende overname had hij het gevonden en het duurde dagen voordat hij het brein doorgrond en onder controle had. Ongekend heftig.
Het uitvouwen van nieuwe ideeën om het Jodenvolk eronder te krijgen ging Felix goed af. Hitlers macht bleek groter dan hij vooraf had gedacht en elk plan dat Felix plantte in het Führersbrein leek succesvol. De barakken, de ovens en ook het gif Zyclon B. Felix voorzag de grootte van de operatie en kon alle beschikbare middelen aanwenden om zijn doel te bereiken. Hij was aanwezig gebleven tot drie dagen voor de dood van zijn gastheer. Daarna verliet hij de desolate zieke trillende tot de draad versleten bleke koude en uitgeputte leider. Een groot deel van zijn missie was geslaagd en God stond geheel buitenspel. God had de gehele Tweede Wereldoorlog nooit doorgehad waar Felix zich begaf hoewel het zeer voor de hand had gelegen om Hitler te verdenken. Maar enkele afleidingsmanoeuvres hadden goed uitgepakt. Bij God was het idee ontstaan dat Felix nooit in Hitlers brein zou kunnen toetreden omdat hij er zelf in had plaatsgenomen. God bezat in mindere mate dezelfde krachten als Felix maar kon in een overname slechts goede daden voortbrengen in het brein van zijn gastheer en alleen als er een kleine basis goeds aanwezig was. Helaas was dat in Hitlers brein vrijwel niet te bespeuren geweest en stond God machteloos. Te veel afgeleid door alle onrust en ellende der mensheid keek God rond in het grote kasteel van Hitlers brein maar trof nooit een spoor aan van Felix. Die wiste ieder spoor wat hij daar binnenin maakte en leidde God af.
God besefte pas na de Tweede Wereldoorlog wat een monsterlijk grote vergissing hij begaan had door Felix niet in Hitler te ontdekken. Al die tijd had Felix vrij spel gehad met moord, doodslag, genocide op grote schaal als gevolg. Even had God geloofd dat al het goede reddeloos verloren geweest was. Even.
Aanwezig in Hitlers brein had God zich vooral afgevraagd waar het slechte vandaan kwam. Een mensenbrein kon slecht zijn en slechte planen maken maar zó slecht?! Het was niet reëel te veronderstellen dat een mens dit bedacht. Maar de afwezigheid van Felix leek God een vaststaand feit. De vergissing van Zijn bestaan. God had Hitlers brein altijd een plaats van verwarring gevonden en kon weinig tot niets uitrichten. Slechts in enkele gevallen op zeer kleine schaal kon hij hem 'iets goeds, menselijks' laten doen, maar het zette nooit enige zoden aan de dijk. Er waren mensen die Hitler een sympathieke man vonden. Daar lag God dan aan ten grondslag. Een enkele keer kon hij iets goeds bedenken, overbrengen en laten uitvoeren door Adolf Hitler. Maar het brein was door God amper aan te sturen. In werkelijkheid had Felix totale macht over Adolfs brein en hield zich volledig op de vlakte wanneer God zich eveneens toegang verschafte tot het brein. Het kon weken duren dat Felix geen vin mocht verroeren omdat elke activiteit in het brein God kon informeren over zijn aanwezigheid. In andere gevallen van dubbele bezetting merkte God het steevast meteen op wanneer Felix zich als een parasiet genesteld had wat steevast resulteerde in een vlucht van laatstgenoemde. Een directe confrontatie was hetgeen Felix steevast ontvluchtte. Puur omdat het hem ophield maar ook omdat het een groot risico inhield. Dan zocht hij steevast meteen elders zijn onheil. Bij Hitler was het anders gegaan. Daar wilde Felix niet wegvluchten. Maar opgemerkt worden evenmin. Zich weken stilhouden in het brein was een kwelling geweest. Maar zodra God vertrokken was kon hij doorgaan met zijn bezigheden en er waren erg veel bezigheden die moesten worden voorbereid, vormgegeven en uitgevoerd in het brein van de Duitse leider.
Felix liet de revue passeren en vergeleek zijn ervaringen. Hitler was invloedrijk, machtig, kreeg zaken voor elkaar en was goed aan te sturen. Churchill was een ander geval, wat een lastpost. Vrijwel elk idee dat Felix bij hem plantte werd na een of twee dagen omgegooid. Felix wist niet hoe dat kwam. Maar het was alsof hij op de man geen vat kreeg. Een uitzonderlijk brein had hij het gevonden en had daarna nooit een vergelijkbaar brein gezien of ervaren. Felix had Churchills brein nog vaak betreden maar meer om waar te nemen dan om aan te sturen. Het was ook niet altijd nodig om meteen actie te ondernemen en waarnemen behoorde tot de technieken van de besturing van iemands brein. Op een gegeven moment nam de Engelse oorlogspremier bijna merkbaar waar dat zijn gedachten niet van hemzelf waren wat Felix fascineerde. Niet wetende wat hem overkwam begon Winston te drinken om de demon tussen zijn oren te verdrijven. Gin, vooral veel Gin. Het overmatige gebruik van alcohol bracht processen op gang zoals het schrijven van boeken, biografieën en zelfs een slechte roman. Churchill waande zich ook een schilder maar bleef daarin steken op een bedenkelijk niveau. Excentriek gedrag was een van de neveneffecten van Felix’ overname. Zo vergat zijn gastheer regelmatig zijn kleding aan te trekken en liep naakt rond zonder het werkelijk te beseffen of ontving hij zijn gasten liggend in bed. Een groot staatsman, een excentrieke persoon, hij werd voor van alles uitgemaakt tijdens en na zijn leven maar in feite was Winston Churchill een willoos slachtoffer van Felix de Duivel zelf. Nog een wonder dat hij een aantal door hemzelf aangepakte zaken tot een goed einde had weten te brengen.
De Hel bestaat dus niet. De Hel als de plaats waar je na je dood heen gaat als je slecht bent geweest is slechts een aards en menselijk verzinsel. Veel groter en onaards zal men moeten denken om de Hel te kunnen begrijpen. De Hel is geen plaats waar je heen kunt maar schuilt zoals ook het goede schuilt in eenieder. De ‘kracht’ God en de ‘kracht’ Satan ofwel Felix liggen ten grondslag aan het goede en slechte in de mens. Hel en Hemel zijn in de aardse mens steeds aanwezig. De strijd tussen goed en kwaad wordt in de mens en door de mens gevoerd. Dat gebeurt tijdens zijn leven, dus niet na de dood. Na de dood resteert er niets. De mens die de Hemel wil bereiken zal dat tijdens zijn leven moeten doen.
Felix’ macht is niet beperkt tot het binnendringen van één brein. Het is een veel grotere macht. Duizenden, miljoenen breinen kunnen betreden worden op hetzelfde moment. Er is één bron, dat is Felix. Die is als een klimop die woekert door de menselijke geest en door de gehele mensheid. Vrijwel ieder mens kan hij bereiken en wanneer hij het interessant genoeg vindt gaat hij aan het stuur zitten. Het stuur van het brein. Dat is het punt waarop het slechte in de mens de overhand neemt en in feite is de goede mens op dat moment aangetast in zijn goedheid en bezit hij een stukje Hel.
Felix’ invloed in hetgeen er gebeurt op aarde is het pure kwaad. Onmetelijk lang geleden was lang na de Grote Klap der botsende stoffige leegheden de aarde ontstaan. De enige planeet waar wezens waren geboren. Ook al dachten de mensen van de aarde dat er meer was in het heelal. Dat was niet zo maar de menselijke geest die zich op het aardoppervlak heeft ontwikkeld kan niet bevatten wat het heelal nog meer is. Erover denkend struikelt de mens en loopt tegen haar beperkingen tot het doorgronden van het heelal aan. Wetenschappers werden er krankzinnig door en gewone mensen gaven de gedachte snel op om het heelal te doorgronden. Terecht, want het is een onmogelijkheid. Alle uitleg in aardse bewoordingen zou tekort schieten en geen vat krijgen op een ondoorgrondelijkheid. Meer doorgronden dan je als mens zou kunnen doen is onmogelijk. Zoals er beperkingen zijn aan de snelheid van een auto, vliegtuig of raket zo zijn er beperkingen aan wat de aardse mens kan begrijpen. Hij is slechts in staat te begrijpen wat hij ziet of waarneemt met zijn zintuigen. Daarna houdt het op. Die beperktheid maakt de mens kwetsbaar voor God en voor Felix.
Felix. De naam was zelfgekozen en paste het Kwaad als een jas. God was een verbastering van Goed. De mensen hadden hem zo genoemd. God is waar ze graag in geloven. Het goede en de brenger van voorspoed in het leven. De mens kan God niet doorgronden. Wel kan hij regels opstellen in naam van God maar hij is door het menselijk brein beperkt. God is volgens de mensheid niet altijd dezelfde persoon. De mens gelooft in de God die hem wordt aangeleerd door zijn omgeving. De aardse mens kan het niet uitleggen verklaren of bevatten maar er is slechts één God. Die maalt er overigens niet om hoe Hij genoemd wordt of door wie hij wordt aanbeden. Hij is de goedheid en slechts tot goedheid in staat. Misschien zou God de mensheid moeten heropvoeden en alle aanbidding omvormen tot iets nieuws. Geloven in de Goedheid en niet in een denkbeeldige God. De Goedheid aanbidden in plaats van een abstracte persoon. Was de aardse mens daar maar toe in staat! bedacht God.
Maar dan Felix. De naam van het Kwaad was in de loop der aardse eeuwen altijd aan verandering onderhevig geweest. In een primitieve mensenwereld was de naam door verschillende volken anders bedacht. Het Kwaad werd gretig benoemd.
Lucifer, Satan, Diabolos, Belial, Beëlzebub, Ahriman, Tezcatlicopa, zijn slechts enkele voorbeelden.
De namen komen voor in de geschriften van verschillende volkeren. Ze bedoelen dezelfde wist Felix maar noemen hem anders. Diabolo vond hij wel goed gevonden en betekende zoiets als 'Hij die alles door elkaar gooit.' In de Hebreeuwse bijbel komt de Duivel niet voor. Jod-Hee-Waw-Hee was de naam voor God die volgens hen Goed én Kwaad schiep. Jesaja 45:6,7 : "Ik ben de Heer, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept".
Felix had er totaal geen moeite mee niet als zodanig erkend te worden door een deel van de mensheid. Hoe mensen werkelijk over hem -het Kwaad- denken boeit hem niet. Er was slechts soms wat verwondering bij hem te bespeuren wanneer een nieuw menselijk idee over goed en kwaad zich aan hem openbaarde. De mens fascineerde hem wel en nog steeds. De bedenksels van de mens zijn soms verbluffend. Vooral omdat hij weet hoe beperkt en aards de menselijke geest eigenlijk is in het licht van het Al.
Felix is de perfecte naam. Als Diabolo degene is die de boel door elkaar gooit moet mijn aardse naam vooral verwarring teweeg brengen en in contrast zijn met wat verwacht wordt. Felix betekent 'voortvarend’, ‘met vreugde', 'de gelukkige' of 'geluk brengend' en werd afgeleid van het woord 'felicitas'.
Felix uit de Bijbel was allesbehalve een gelukkige. Een vrijgelaten huisslaaf van de keizerlijke familie. Hij was stadhouder over Judea van 52 tot 60 voor Christus en regeerde met harde hand maar kreeg de mensen niet onder controle en werd uiteindelijk afgezet.
De volledige bezetting van het brein van de Bijbelse Felix was heerlijk geweest. De genoegens die een volledige overname brachten waren naar aardse maatstaven gemeten een ultiem genot. Deze overname stond wat hem betreft op nummer drie op de lijst van beste overnames: 1. A. Hitler, 2. iemand anders 3. de Bijbelse Felix.
1 en 2 waren niet geschikt, maar Felix des te meer en dit was zoals aardsen hem in de toekomst zouden moeten gaan noemen. Een naam het Kwaad waardig.
De overname van het brein van de Bijbelse Felix.
Felix werd door Antonia, moeder van keizer Claudius vrijgelaten als slaaf. Samen met zijn broer Pallas werden zij toegelaten tot de tweede stand in de Romeinse samenleving van waaruit veel financieel adviseurs en secretarissen werden benoemd.
De vrijlating was een listig verhaal wat begon bij een gedachte van onze Felix die we nu voor het gemak even Satan zullen noemen. Laat God komen tot Antonia. Trek de aandacht door haar brein te bezitten en wanneer God eveneens toetreedt zal ze goed gaan doen. Zo was het bedacht en zo verliep het. Satan nam bezit van het brein van Antonia die naar het oordeel van haar omgeving steeds wreder werd in haar beslissingen. De plotse veranderingen van haar beleid baarden de nodige onrust en trokken Gods aandacht. Die trof Satan aan meteen toen hij haar brein binnendrong en zag hem terstond vluchten. God stuurde sindsdien Antonia’s beleid aan zo goed hij kon en in die periode werden de trouwste en bekwaamste van haar slaven vrijgelaten en in stand verheven.
Satan had de enorme potentie bespeurd in het toen nog onbezoedelde brein van Felix en zijn plan verliep perfect. Een vrijgelaten Felix in stand verheven kan hem meer gedienstig zijn dan een gevangen huisslaaf.
Zoals het was bedacht was het gegaan. De vrijlating van Felix was geheel door Satan geregisseerd. Ook Felix’ broer Pallas werd vrijgelaten maar diens brein en potentie waren lang niet zo interessant als dat van Felix.
Als procurator bleef zijn taak echter niet beperkt tot financiële functies. Ook bestuurlijke taken werden steeds vaker aan hem toevertrouwd. De voormalige slaaf Felix was vanaf de overname een man met twee gezichten. Voor Felix voelde zijn vrijlating als het ontvouwen en gladstrijken van een prop perkament. Ideeën ontstonden in zijn hoofd. Dat was geheel nieuw en het verschafte hem een gevoel van goddelijkheid. In tegenstelling tot de latere Churchill had Felix geheel het gevoel alsof alles wat hij bedacht echt van hem was en het veranderde hem zienderogen. Hij werd wreed en een machtswellusteling. Strijdend voor de macht die hem jarenlang als slaaf had kleingehouden vocht hij vol overgave voor zijn voormalige onderdrukkers. Hij was nu één van hen! Hij had de macht nu en zou deze niet meer afstaan. Het kweken van ideeën ging als vanzelf. Hij had er geen enkel besef van dat er een ander aan zijn roer stond en zo had Satan het graag.
Van 52 tot circa 60 na Christus was Felix de procurator en bestuurder van Judea.
In de periode dat Felix procurator was, namen anti-Romeinse sentimenten in Judea steeds verder toe. Felix trad hier met harde hand tegen op. Talloze Zeloten, die verlangden naar onafhankelijkheid van Rome, werden gekruisigd. Groepen die van samenzwering verdacht werden, werden zonder pardon over de kling gejaagd. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus merkt op: 'Met iedere vorm van wreedheid en lust oefende hij de koninklijke macht uit met de mentaliteit van een slaaf’.
Felix kreeg de toenemende onrust echter niet onder controle. Jonathan ben Ananus, die de waardigheid van hogepriester droeg uitte kritiek op Felix en riep hem op beter bestuur aan de dag te leggen. Felix legde hem echter het zwijgen op door hem in een aanslag om het leven te laten brengen. De aanslag had echter als onbedoeld gevolg dat Judea getroffen werd door een golf van geweld waarbij allerlei hooggeplaatste Joden die door de Zeloten verdacht werden van nauwe banden met de Romeinen hun leven niet zeker waren.
Ook in Rome drong het besef door dat Felix Judea niet onder controle kreeg. In vermoedelijk 60 na Chr. riep keizer Nero hem terug naar Rome en benoemde hij Porcius Festus in zijn plaats. Volgens Flavius Josephus heeft Felix het aan zijn broer Pallas te danken dat hij niet wegens wanbestuur veroordeeld is ondanks dat een Joodse delegatie bij de keizer een aanklacht tegen hem had ingediend.
Het was niet verlopen zoals het gepland was constateerde Satan toen hij het brein van Felix verliet. Zonder een hoge positie te bekleden was Felix machteloos en zijn slecht niet groots genoeg met te weinig potentieel. Mislukt plan. Maar een wijze les voor Satan. Deze nederlaag gaf hem inzicht in hoe nog slimmer te werk te gaan om het goede in de mensheid te bestrijden. Deze les was goud waard en vanaf nu zou hij zichzelf noemen naar degene die hem deze les geleerd had; Felix.
Voor Felix eventjes maar voor mensen ruim 1300 jaar later diende zich een nieuwe les aan. Het was de tijd van de Kruisvaarders en de Tempeliers. Door de kennis die Felix hierbij op zou doen begreep hij steeds meer van de mensheid wat nodig was om zijn bestaan te continueren. Hebberigheid, macht en middelen om macht te vergaren. En geld! Geld speelt een grote rol en het bezitten of beheersen van enorme hoeveelheden vergemakkelijkt zijn bestaansdoel.
De Orde van de Tempeliers was een christelijke kruisridderorde die ten tijde van de kruistochten als klein onderdeel van de kruisvaarderslegers een Heilige Oorlog tegen de moslims voerde in het Heilige Land. Ze waren gestructureerd als een monnikenorde. De orde is ontstaan uit een broederschap van vooral Franse kruisvaarders. De broederschap legde rond 1118 de beloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af ten overstaan van de Latijnse patriarch van Jeruzalem. De orde werd vervolgens officieel erkend door de Katholieke Kerk in 1129 en bleef bijna 200 jaar bestaan. De Tempeliers werden uiteindelijk zo machtig en rijk, dat de Franse koning Filips de Schone er alles aan deed om van hen af te komen.
De broederschap bestond aanvankelijk uit een kleine groep ridders die het plan had opgevat om de pelgrims in Palestina te beschermen. De pelgrims werden tijdens hun tochten door het Heilige Land, van de ene naar de andere door kruisvaarders beschermde plaats, regelmatig slachtoffer van overvallen door autochtonen van het platteland.
De Franse koning Filips de Schone was de machtigste vorst van zijn tijd. Zijn politiek was erop gericht om het gezag van het Franse koningshuis te versterken. Door zijn oorlogen met de Engelsen en de Vlamingen verkeerde hij vanaf het begin van zijn regering in financiële problemen. Hij zocht geld bij de Katholieke Kerk, de Lombarden, de joden en via muntdevaluaties. Filips wilde de macht van de Katholieke Kerk breken. Hij verbood de verdere uitbreiding van de bezittingen van de katholieke monnikenorden en duldde geen kerkelijke inmenging meer met wereldlijke zaken. De strijd laaide zo fel op dat Filips in 1303 een soort proces hield, waarbij hij paus Bonifatius VIII van onder meer ketterij, afgoderij, simonie, sodomie en moord beschuldigde. Hij wilde Bonifatius VIII afzetten en bedreigde hem met de dood. De volgende paus verzoende zich met de Franse koning.
In de eerste jaren van zijn regering leek er geen vuiltje aan de lucht tussen Filips en de Tempeliers. Hij maakte gebruik van hun financiële diensten, zoals ambtenaren uitbetalen, munten slaan, belastingen innen, de financiën van koning en prinsen beheren. In 1295 werd wel een deel van de activiteiten overgenomen door een nieuwe koninklijke organisatie. In 1304 ontving de visiteur van de Tempeliers een oorkonde waarin de Franse koning beloofde de orde te beschermen. Volgens een kroniek uit 1308 zou Filips de paus in 1305 gevraagd hebben om de toen bestaande twee Franse ridderorden te verenigen en onder de leiding te plaatsen van de Franse monarchie. In 1306 zocht hij bescherming in de Parijse tempel, nadat er onlusten uitgebroken waren na een muntdevaluatie. In maart 1307 woonde hij nog een inwijdingsdienst bij. Rond die tijd begonnen er aan het Franse hof geruchten de ronde te doen over de duistere praktijken van de Tempeliers. In mei 1307 spraken paus Clemens V en grootmeester Jacques de Molay over de beschuldigingen. In juni 1307 werd er tijdens de kapittelvergadering van de Parijse tempel ook over gesproken.
Het was in die tijd dat Felix’ aanwezigheid in het brein van de toenmalige Tempeliers-grootmeester Jacques de Molay resultaten gaf. Felix had alles lange tijd van een afstand gadegeslagen en de mensen die hij zag behoefden maar weinig sturing van hem te krijgen. Van zichzelf waren zij al voortvarend genoeg in manipulatie en het verkrijgen van macht en geld. Af en toe nam hij eens het roer over en stuurde dan wat bij. Wanneer Felix plaatsnam in iemands brein kon dat zijn met de bedoeling de persoon volledig te beheersen en aan te sturen maar vaak was een volledige overname niet nodig. Het nadeel van een volledige besturing was dat de persoon in kwestie voor zijn directe naasten een ander leek te zijn geworden, een koud persoon die ook minstens drie graden Celsius kouder aanvoelde. Volledige overname kon dan ook leiden tot ontwrichting van die persoons’ omgeving. Dat was soms prima maar in de meeste gevallen niet gewenst. Het gaf te veel bijeffecten. Eventjes bijsturen, kort aan het roer en weer weg dat was doorgaans voldoende.
De aanwezigheid van Felix en zijn aansturingen resulteerden in onrust wat ook hetgeen was dat hij beoogde. De relatie tussen de Franse koning Filips en de orde van de Tempeliers bekoelde. De koning voelde zijn macht wegsijpelen door een enorme schuldenlast bij de Tempeliers en de eveneens voelbare toename van de macht van de katholieke kerk. Felix spinde garen bij onenigheid tussen partijen. Hoe meer onrust hoe beter. Immers zijn bestaan was direct gekoppeld aan onrust, onenigheid, haat en oorlog.
Filips had tevergeefs geprobeerd de orde in te lijven en onder zijn commando te plaatsen maar zocht nog steeds naar een weg om de macht over te nemen.
Felix deed zich in de persoon Jacques de Molay gelden. Wind zaaien en storm oogsten was zijn plan. Op een dag werd Jacques de Molay koud en bleek wakker. Hij stond op en kleedde zich aan, liep naar buiten en gaf het bevel om alle houten kruisbeelden te verzamelen.
Verontwaardigd hadden zijn volgelingen daaraan gehoor gegeven en op het plein van het dorp werd een stapel gemaakt van alle kruisbeelden die verzameld waren. Ze waren uitgehakt, afgezaagd, met geweld verwijderd van waar ze ook zaten en lagen nu op een grote stapel. Jacques de Molay stak een vuur aan onder de stapel en toen even later de vlammen hoog oplaaiden schreeuwde hij tot zijn toehoorders: “Wij zijn de Macht! Wij zijn de Macht! Dood aan de kerk!”.
Zijn omgeving begreep er niets van maar zijn gezag was groot en menigeen wist van de onrust in de driehoek koning- orde- kerk.
Daarna was Jacques terug zijn woning ingegaan en gaan slapen. Enkele uren later kwam hij bezweet en onrustig ademend zijn woning weer uit en zag wat er buiten aan de hand was. Hij begreep er niets van en sloot zich op.
Hij kon zijn gedrag niet verklaren aan zijn directe naasten en had sterk de indruk dat de Duivel in hem gevaren was. Maar hoe dan?
Enkele weken later was de rust weergekeerd. Althans zo leek het. Maar weer werd Jacques op een dag koud en bleek wakker en liep naakt naar de dichtstbijzijnde boerderij de keuken binnen waar de dienstmeid druk bezig was met de voorbereidingen van het middagmaal. Ze gilde toen ze zijn blik waarnam. Wat dit Jacques? Ze meende waar te nemen dat zijn ogen een rode gloed kregen.
Hij beval haar zich van haar kleding te ontdoen wat zij beschaamd en bang deed. Hij liep op de angstig en verbaasde vrouw af, pakte haar vast, draaide haar om en legde haar bovenlichaam op de eettafel. Hij spreidde haar benen en graaide met zijn hand in een schaal boter die hij ruw en slordig tussen haar benen aanbracht en vergreep zich aan haar op brute wijze. Ramen en deuren stonden open en buren en voorbijgangers waren op het eerste gegil al afgekomen en namen waar wat er in de keuken van de woning gebeurde.
De angstaanjagende geluiden die Jacques de Molay produceerde maakten dat niemand durfde in te grijpen of zich maar te verroeren. Na zijn daad lachte Jacques op een manier waarop nog niemand een mens had horen lachen. Hij verdween en liep terug naar zijn woning, vervolgde zijn weg naar de slaapkamer, ging liggen en viel in slaap.
Enkele uren later werd hij gewekt door het lawaai van een menigte mensen die zich voor zijn woning hadden verzameld met messen, pikhouwelen en zwaarden.
Verbaasd keek hij hen aan en wanneer hij niet beschermd werd door zijn trouwste volgelingen zou hij ter plekke zijn gelyncht.
Hij kwam in gesprek met de menigte en verklaarde zich totaal niets te kunnen herinneren van het voorval. Er werd een dokter bij gehaald die verklaarde later dat de zorgen, slaapgebrek en de warmte ertoe geleid hadden dat Jacques de Molay aan een korte verstandsverbijstering had geleden maar dat hij er inmiddels volledig van was hersteld. De dienstmeid werd een grote som geld gegeven als genoegdoening. Zij accepteerde die echter niet en vluchtte uit het dorp maar werd op haar vlucht overvallen, verkracht en vermoord.
Het werd nog erger want weer enige weken later stond op een nacht de woning van Jacques de Molay in lichterlaaie. Vlammen sloegen uit het dak en uit alle ramen en deuren. De wakker geschrokken menigte stond ademloos toe te kijken hoe het zwarte silhouet van Jacques in de deuropening waar de vlammen uit sloegen verscheen en doodstil bleef staan. Waar zijn ogen zouden moeten zitten zag men twee felle rode lichtjes. De mensen stonden op afstand als versteend het tafereel te aanschouwen. Plots waren de vlammen weg. Geen vuur was er te zien. Geen rook die wegtrok, zelfs niet de geur ervan. De woning was onaangedaan en niemand wist nog waar men naar keek. Een minuut later ging de voordeur open en een verbaasde Jacques verscheen. ‘Wat is er aan de hand?’ moet hij geroepen hebben. De mensen vluchtten. Ze maakten dat ze wegkwamen en lieten Jacques in verbazing achter.
Het voorval werd als een lopend vuur verspreid maar al snel nam het ongeloof erover hand over hand toe. Dit kon niet waar zijn en de mensen die zulke verhalen vertelden moesten welhaast zelf door de Duivel bezeten zijn! Dat was precies zo, en de beelden die aan de getuigen waren verschenen ontstonden door toedoen van Felix in hun brein. Al snel durfde geen enkele getuige er nog iets over te zeggen maar de onrust was gezaaid. De voorvallen zouden al snel de Koning ter ore komen.
Arrestatie, ketterij, inquisitie en bekentenissen.
Koning Filips kreeg de kans om in te grijpen door het verraad van een voormalige tempelier, een zekere Esquiu de Florian, die hem de verschrikkelijke verhalen vertelde over godslastering, seksuele uitspattingen en duivelaanbidding binnen de orde van de Tempeliers. Dit was het excuus waar Filip al die tijd op had zitten wachten om in actie te kunnen komen en dit was vooral het doel van Felix’ handelingen.
In de nacht van 12 oktober op 13 oktober 1307 werden door officieren van de koning over heel Frankrijk zo'n 15000 mensen gearresteerd. Daaronder bevonden zich niet alleen Tempeliers maar ook bedienden en arbeiders op de landgoederen van de Tempeliers. Van de Tempeliers zelf werden er zo'n 2000 aangehouden onder wie ook grootmeester Jacques de Molay. Zij werden aangehouden in Chinon toen ze onderweg waren naar de paus.
Jacques voelde dat er een kwaad in hem was geslopen op momenten dat hij daar zelf geen idee van had en wilde de paus bezoeken en hem om raad vragen.
De paus heeft zich niet verzet tegen de arrestatie van de Molay. Al de gevangenen en hun bezittingen kwamen onder het beheer van de Franse koning. Dat bleef zo gedurende de vijf jaren van het proces.
De Orde van de Tempeliers werd beschuldigd van ketterij. Alleen de Kerk was gemachtigd om daar een oordeel over te vellen. Wanneer Filips IV opdroeg om alle Tempeliers te arresteren gebeurde dat op verzoek van de Franse inquisiteur Willem d’Imbert. Deze Dominicaanse monnik was ook Filips' biechtvader.
Het overnemen van het brein van deze Willem d’Imbert vervulde Felix met veel genoegen. De gevangenen werden beschikbaar gesteld aan de inquisitie en Felix bedacht in zijn persoon de meest vreselijke manieren van marteling.
Het insmeren van de voeten van gevangenen met reuzel ging vooraf aan het roosteren van de voeten. De intensiteit van de hitte kon worden gereguleerd met een apparaat dat de afstand van de voeten tot de hitte reguleerde en bevatte eveneens een blaasbalgje. Felix beschouwde het als zijn beste werktuig.
Bekentenissen waren dan snel gedaan. Er bestaan verhalen van gemartelde gevangenen die niet toegaven en waarvan de gegaarde ledematen van het bot afvielen wanneer zij na de martelgang naar de cel werden teruggebracht.
Doordat hij op grote schaal aan dit soort projecten werkte werden de martelmethoden gemeengoed en de gedachtegang erachter gesteund zonder dat Felix ook maar één brein overnam. Dit te constateren stelde hem gerust en gaf hem het vertrouwen dat zijn kracht en macht zich ook zonder zijn directe ingrijpen kon verspreiden. Als een sneeuwbal die van een besneeuwde berg wordt afgerold en in volume toeneemt, zo zag hij dat.
De kerkelijke rechtbank ging er altijd van uit dat ze gelijk had en de beschuldigingen juist waren. Wie bekende, kreeg vergiffenis. Wie ontkende, kreeg de doodstraf. Wie zijn bekentenis herriep, kreeg zeker de doodstraf. Men redeneerde dat een onschuldige martelingen kon doorstaan, als het ging over de redding van zijn ziel.
De eerste verhoren zijn van grote invloed geweest op het verdere verloop van het proces. Er zijn 138 verslagen van de Parijse verhoren uit oktober en november 1307 bewaard gebleven. Slechts vier leden ontkenden alles, de anderen bekenden onder zware druk dat de orde schuldig was aan een deel van de beschuldigingen. Het staat vast dat de meerderheid van de gevangenen gemarteld werd. Op 24 oktober 1307 ging ook grootmeester Jacques de Molay door de knieën. Hij bekende dat men hem tijdens zijn toetreding 42 jaar eerder gedwongen had om het beeld van Christus te verloochenen en op het kruis te spuwen. Hij geloofde dat men hem niet anders behandeld had dan de anderen. De volgende dag herhaalde hij zijn verklaring in het openbaar. Daarna onderschreven 38 leden, onder wie de hoogste leiders, ten overstaan van een groep toehoorders de verklaring van de grootmeester. Daarmee kon Filips zijn actie gemakkelijk rechtvaardigen.
De Molay herriep later zijn bekentenis en eindigde op de brandstapel. Hij moet er niets van gevoeld hebben want op het moment dat de vlammen oplaaiden had Felix de macht genomen over zijn brein en genoot van het vlammenbad. De overname van het brein duurde tot het moment dat de persoon in kwestie stierf. De wijze waarop Felix door verbranding van zijn gastheer uit het brein gezet werd en weer opging in de omgeving ervaarde hij als een genot, als was het een soort intens orgasme. Hij liet dan ook geen mogelijkheid onbenut breinen te betreden van tot de brandstapel veroordeelden.
In de verhalen ging het gerucht dat men Jacques de Molay zichtbaar zag genieten van zijn eigen verbranding, hetgeen de menigte onthutste.
God kan het licht uit doen. Letterlijk. Hij, het Goede heeft de macht om al het licht dat bestaat te doven. Met het doven van het licht verdwijnt alles in één keer. Alle licht, duister, ruimte, materie, alles. Alles verdwijnt als God het beslist. Maar God doet dan ook zijn eigen licht uit. Het uitdoen van het licht is definitief en onomkeerbaar. Met het hem benoemen als de Almachtige zit de mensheid dus een aardig eind in de richting maar beseft in het geheel niet hoe groot die Almacht dan wel niet is. Het zou nooit een lichtvaardig besluit zijn maar een uiterst redmiddel. Bijvoorbeeld wanneer het Kwaad zou zegevieren. Een redmiddel dat alles stopt. De zelfmoord van God.
Door de aardse eeuwen heen vochten het Goed en het Kwaad om de macht op de aarde, de enige planeet met leven. Er waren overwinningen voor beide partijen. In het groot bekeken was er een natuurlijk evenwicht ontstaan van goede en slechte gebeurtenissen maar waar het nu precies toe moest leiden was ongewis. Voor beide kampen was de tijd van geen enkel belang. Het verkrijgen van inzicht of kennis omtrent het doel van het aardse leven duurde naar aardse begrippen een eeuwigheid. Het was niet duidelijk waar het met de mensheid heen ging. Er was nooit zicht op een groter geheel of een grotere achterliggende bedoeling der mensheid. Jawel, de mens vroeg het zich zeker af maar kreeg nimmer een bevredigend antwoord. Boeken werden er vol van geschreven en filosofen trachtten het in kaart te brengen maar werkelijk geen mens kon met overtuiging zeggen waar het op stond. Waar de mensheid naar op weg was. De ultieme uitkomst van de strijd tussen goed en kwaad was volstrekt niet te voorspellen en al zeker niet door de mens. God, zoals de mens Goed was gaan noemen wist het wel. Het was triest wat de aardse mens uiteindelijk te wachten stond maar God wist dat er in de Al weer een nieuwe mensheid of op mensen gebaseerde levensvorm zou ontstaan. De Al is meer een ruimte- dan tijdsbegrip. De aardse mens kon echter het denken in tijd niet laten en zou nooit begrijpen waar hij ooit zelf deel van uitmaakte.
Zolang de mensheid bestond zou de aarde het middelpunt zijn van de strijd. Dat was een vaststaand feit. Hoe lang er nog mensheid zou bestaan was geheel niet van belang gezien in een groter geheel.
Zo klein en nietig de mens, maar toch het absolute middelpunt van de strijd tussen goed en kwaad. Dat middelpunt zijn is de werkelijke functie van de mensheid.
En het doel van het menselijk leven is de keuze maken tussen goed en kwaad. ‘Er zijn en kiezen’… ‘being there to choose’.
Zo’n simpele verklaring en meer niet? Ja. Onbevredigend wellicht voor diegenen die meer bedoeling achter het bestaan van de mens zoeken. Maar kijk om je heen en zie hoe moeilijk de mensheid het met die opdracht heeft.
De moeilijkheid zit hem in het feit dat er zowel op grote schaal in de mensheid als in de individuele mens een constante strijd gevoerd wordt. Goed en kwaad zijn in ieder mens aanwezig en proberen terrein te winnen. Mensen die voor deze strijd belangrijker zijn, dus hoger op de ladder staan, zijn meer onderhevig en hebben meer strijd in zich dan andere.
Felix won vele veldslagen die hij via de mens uitvocht met God. Grote aardse oorlogen of kleine burenruzies. Daar stonden evenveel goede zaken tegenover. Wanneer er een score moest worden bijgehouden echter stond het gelijk. Er was evenveel goed als slecht gedaan. De strijd onbeslist. Tot nu toe tenminste…tot aan Poetin, de nummer twee van Felix’ lijst.
De Al.
Om de Al werkelijk te kunnen begrijpen is een niet-aards verstand noodzakelijk. Het is niet het heelal. Het heelal is een bekrompen beschrijving van al wat er is. Puur verzonnen om enige duiding te geven aan iets wat voor de mens niet te bevatten is. Een simpele omschrijving die voor de mens voldoet.
Maar er zijn betere beschrijvingen van wat de Al is:
Tijd en ruimte zijn van elkaar gescheiden. Als tijd een puur aards begrip is kun je aannemen dat tijd er alleen toe doet op aarde. Buiten de aarde is tijd volstrekt irrelevant. In feite bestaat er geen tijd buiten de grens van waarneming door de mens.
Je zou kunnen zeggen dat in het gehele gebied wat we niet kunnen waarnemen als mensen er geen tijd bestaat maar alleen ruimte. Geen tijd omdat tijd een menselijk begrip is en alleen van belang is voor aardse mensen.
Wel ruimte maar geen tijd. Eeuwig en nooit bestaan niet. Een ruimte zonder tijdsaanduiding is alleen maar ruimte los van de tijd. Deze ruimte bestaat voor en na de aardse waarneming. Tijd duurt zolang de mensheid er is. Ruimte bestaat, maar duurt niet. Ruimte is.
Zie het gebied van tot zover de mens kan reiken als een bel die je blaast door een ring die was ondergedompeld in een potje zeepsop. Je blaast in de ring en er ontstaat een bubbel. De bubbel is het gebied wat de mens kan waarnemen en waarbinnen dus tijd bestaat omdat de mens zich daar begeeft en duiding moet geven aan zijn bestaan en omgeving. Buiten de bubbel is ruimte maar geen tijd. Daar is nooit een mens geweest en daar speelt derhalve tijd geen rol. Geen mens, geen tijd. De mens is de vertegenwoordiging van tijd. Tijd bestaat alleen voor de mens in de bubbel. Daar omheen is slechts ruimte. Daarbuiten is de Al die verkeert in de los-van-de-tijd-staat.
En toch begrijpt het aardse brein dit niet omdat het te abstract is. De auto die niet sneller kan, de mens die niet abstracter kan denken. De begrenzing van de aardse geest. Het verlangen te kunnen doorgronden wat ondoorgrondelijk is zet de menselijke gedachte op een zijspoor. Verwachten dat er veel meer haalbaar is dat is menselijk maar niet toereikend om meer dan aards te kunnen denken.
In een poging de mens richting te geven en zo het kwaad te bestrijden wendde God zijn invloed aan en liet 10 geboden optekenen. Volgelingen zouden deze leidraad volgen zonder dat zij daartoe gedwongen aangestuurd werden. Laten geloven was een sterk wapen van God.
U zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
U zult voor uzelf geen afgodsbeelden maken, noch die dienen.
U zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken.
Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt.
Eert uw vader en uw moeder.
U zult niet doodslaan.
U zult niet echtbreken.
U zult niet stelen.
U zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
U zult niet begeren wat van uw naaste is.
De kracht die hiervan uit ging verspreidde zich snel en gaf het goede op aarde een enorme impuls. Felix lag zwaar onder vuur en voelde zijn invloed slinken.
De geboden verraadden echter ook meteen de speerpunten van Gods beleid en Felix ging zich nu juist richten op deze tien geboden en maakte er beleid van alles juist in de tegenovergestelde richting te sturen.
Bedenk afgoden
Maak afgodsbeelden
Vloek
Heb het lak aan de sabbat
Veracht uw afkomst, uw vader en moeder
Moord
Wees ontrouw
Steel van anderen
Lieg en bedrieg
Wees jaloers
Aanwezig in de mens bedacht hij afgoden, zo veel mogelijk verschillende. Met afgoden worden alle denkbare goden bedoeld buiten de enige echte god.
Aan het hoofd van de afgoden staat Satan/Felix zelf, die ook door grote groepen mensen openlijk wordt aanbeden. Ze voeren zijn strijd tegen het goede.
Zijn strijd zal doorgaan tot het moment dat hij de enige god zal zijn, en het kwaad de totale macht heeft.
Hij gaf mensen de kennis prachtige beelden te maken van goden die hij verzon.
Omdat Felix geen eigen fysiek heeft creëert hij via gastheren en gastvrouwen beeltenissen van zichzelf. Vaak als mens met een dierlijk uiterlijk en hoorns die dan weer als kort en spits worden uitgebeeld, dan weer als groot en gebogen beginnend halverwege zijwaarts van de schedel en naar achter uitlopend langs de haargrens eindigend onder de kin.
Hij spoorde aan te vloeken dat het een aard had wanneer iets tegen zat, en daar was in de mens niet veel voor nodig. Godverdomme was goed blijven hangen.
De sabbat deed hij af als een lachertje en strooide met verleidingen om de mens aan te sporen alles te doen om deze dag in de ogen van streng gelovigen te bezoedelen.
Het eren van vader en moeder was lastig te bestrijden omdat het niet zozeer belangrijk werd doordat het in de geboden stond maar in feite altijd al werd gedaan. Maar waar hij kon verstoorde hij relaties, met name door geld- en bezitskwesties te verstoren met hebzucht.
Moord werd zoveel mogelijk aangespoord als daar enige reden toe was maar ook plotsklapse moorden waren een bron van vermaak. Felix kon wanneer hij het maar wilde iemands geest binnendringen en hem diens geliefde zonder enige terughoudendheid laten vermoorden. Dit is dagelijkse praktijk voor Felix voor de mens vergelijkbaar met het s ’morgens aantrekken van schone sokken.
Familiedrama’s werden het tegenwoordig genoemd. Moordpartijen van vooral mannen, vaders die het in hun kop krijgen en de kinderen ombrengen om daarna de hand aan zichzelf te slaan. Meestal werden deze voorafgegaan aan zorgvuldig geplande ontrouw ruzies en verleidingen. Felix speelt met de menselijke geest die hij binnendringt. Hij laat het oog van zijn gastheer vallen op een aantrekkelijke vrouw, zijn blik grijpt haar postuur en is op zoek naar dat éne aspect wat hem over de streep van terughoudendheid trekt. Dat kan bij elke mens anders zijn. Felix stuurt en zoekt en is daarmee op zoek naar de weak spot. Vrijwel elke mens heeft een zwakke plek wanneer het om verleiding gaat. Die zwakke plek kan een moment zijn van het elkaar aankijken maar kan ook in de meest dierlijke krochten van het menselijk brein ontdekt worden.
Felix had het allemaal voorbij zien komen. Als de weak spot ontdekt werd was het voor hem feest. De grens van trouw en ontrouw werd bereikt en overschreden. Het mooie moment wanneer de man overstag gaat en bezwijkt voor de verleiding van de vrouw waarmee hij niet is getrouwd. Een oogopslag, een mooie beweging van het lichaam, het lichaam zelf, een moedervlekje op een wang, een knipoog, een haarlok, een schoen, de klank van een lach, een oogcontact van een milliseconde, een gevoel, welbespraaktheid of juist verlegen terughoudendheid, een geur. Geur was zeer sterk vertegenwoordigd wanneer het om verleiding ging. Bewuste geur zoals parfum, maar veel belangrijker was de niet-bewuste geur van zweet, urine, en de onbewust woest aantrekkelijke geur van het vrouwelijk geslacht die op de te verleiden man inwerkte als een rode lap op een stier.
Zonder het te weten wordt de man verleid door zaken waarvan hij zich niet bewust is. Maar ook de vrouw wordt verleid. Ook door zaken die zij bewust of onbewust waarneemt. Ze observeert en legt haar waarneming razendsnel vast. Ze ziet de man en ruikt hem wanneer deze zich in haar geurwaarnemingsgebied bevindt. Mannelijk zweet, hoe subtiel aanwezig of gecamoufleerd ook wordt opgemerkt. Meestal onbewust. Ze schat zijn kracht in, zijn begaafdheid, stijl, zijn intellect. Ze kijkt naar zijn kruis en wil weten of het geslacht op haar reageert, in slaapstand verkeert of niet. Of ze fantaseert er een milliseconde over dat ongeziene geslacht tot leven te brengen met haar handen, of haar mond.
Uiterlijkheden zijn belangrijk bij verleiding. Maar ook kan verleiding een wedstrijd zijn met andere vrouwen of mannen. Wie verleidt het snelst? En als ik nu niet toesla is zo meteen iemand anders mij voor. En dat wil ik niet. Ik wil verleiden, ik wil begeren wat niet mag en wat daardoor zoveel spannender is.
Felix’ spel is doortrapt en gemeen en richt relaties en mensen ten gronde. Hij is er goed in. Zijn slachtoffer meestal willoos, of bijna willoos. Soms is weinig nodig om ontrouw te bewerkstelligen. De seks bij ontrouw is vooral de eerste twee á drie keer ongekend hevig. Omdat Felix het ontrouwe orgasme meebeleeft weet hij als geen ander hoeveel kracht hiervan uit kan gaan. De mens wil klaarkomen. Het liefst met zo veel mogelijk genot.
Felix wil klaarkomen en is alleen via de ontrouwe mens in staat dat te doen. Dat is waarom de mens voor hem zo belangrijk is. Dit is zijn drijfveer naast al het andere.
Diefstal brengt meervoudige ellende met zich mee en is eenvoudig aan te sporen. Ouderwetse diefstal is diefstal vanwege gebrek. Bijvoorbeeld de hongerige die voedsel steelt. Nieuwerwetse diefstal is diefstal op grote schaal die in eerste instantie niet als diefstal kan worden aangemerkt. Felix heeft zijn hand in het vergaren van heel veel geld en bezit door diefstal. Hij huist in breinen van wereldleiders en bazen van de grootste bedrijven die op aarde bestaan. Project Google zoals hij het noemt is zijn meest succesvolle invloed van de moderne tijd. Via dit medium bereikt hij vrijwel ieder mens op aarde. Nou ja, ieder mens op aarde met een mobiele telefoon of computer.
Het aansporen tot leugens en bedrog beschouwt Felix zoals een kind het geweldig vindt om lekker buiten te spelen. Maar kinderspel is het niet. De zorgvuldig opgezette leugen tot wasdom laten komen is zijn ultieme doel. De leugenaar verstrikt laten raken in zijn eigen web van leugens totdat hij de hand aan zichzelf slaat of aan anderen. Bezit vergaren door bedrog en leugens is bevredigend en vult leemtes op.
Jaloezie is een stuk gereedschap om alle andere gereedschappen mee te activeren en is wijdverspreid in de mens aanwezig. Felix is zeer content met deze tool.
Jaloezie kan vrijwel overal ontwikkeld worden. Het kan gaan over een partner, over bezit, bezit van schoonheid, geld, rijkdom, voorwerpen, vrienden of vriendschappen, goederen, voeding, nageslacht, relaties, macht, aanzien, charisma of wat dan ook. Overal kan de mens jaloers op worden en dat is wat dan ook op grote schaal gebeurt. Jaloezie spoort mensen aan dat te bezitten wat je zelf niet hebt maar wel graag zou willen bezitten. Soms wordt het uitgesproken, of wordt er luchtig over gedaan en soms is het een groot geheim waarover niet gesproken wordt en maakt het de mens gek. Deze gekte kan leiden tot woede moord en doorslag als het moet. Felix kan een brein zodanig aansturen dat alles wat zijn gastlichaam wil is datgene hebben wat hij of zij van een ander mens ziet. Superjaloersen noemde hij dit. In een brein aanwezig zette hij alle sluizen dan open en liet het water één kant op stomen zo zag hij dat voor zich. De superjaloersen kon hij wanneer hij het goed aanpakte eenmalig geestelijk bezitten en bewerken waarna de rest vanzelf ging zonder enige extra aansturing. Als jaloezie eenmaal goed genesteld was in het brein veranderde er iets in de samenstelling van dat menselijke brein. Het was dan zelfs zichtbaar wanneer er met speciale technieken röntgenfoto’s gemaakt werden van dat brein. Geen dokter was het ooit opgevallen maar Felix wist het. Er werden nooit foto’s gemaakt om jaloersheid te constateren. Er werd gezocht naar de oorzaak van een ziekte, hoofdpijn, een kwaadaardig gezwel kon worden opgespoord of de mate van aftakeling van menselijke hersenen. Maar Felix zag veel meer op röntgenfoto’s. Dit omdat hij kleuren kon waarnemen die voor mensen niet zichtbaar waren. Jaloersheid wás het niet - maar wel vergelijkbaar met paars en bevond zich in de voorste hersenen van mensen.
Waartoe Felix in staat is wordt vermeld in de geschiedenis van de mensheid. Een wrede geschiedenis welbeschouwd. Terugkijkend herinnert de mens zich van nature liever het goede en verdringt daarmee het kwade. Maar daarmee is het kwade uit de geschiedenis niet weg. Felix streeft naar de overheersing over het goede en God streeft de andere kant op. Hebben beiden ooit zichzelf afgevraagd wat er zou gebeuren als het ultieme doel bereikt werd? Stel dat het goede al het kwade zou overwinnen. Dat er een moment zich zou aandienen dat dat doel bereikt werd. Goed overwint alle kwaad. Vanaf dat moment bestaat er geen kwaad meer. Waar ligt dan nog de uitdaging van het leven? Geen spanningsveld meer en geen doel. De wedstrijd is klaar. Twee keer vijfenveertig minuten zijn om. De scheidsrechter heeft afgefloten. En dan?
Ook omgekeerd zou je dit kunnen constateren. Het kwade heeft de wedstrijd gewonnen. Er is geen goed meer over. En nu? Wat is het plan?
Zowel God als Felix weten niet wat er gebeurt op het moment dat zij als winnaar uit de wedstrijd komen. Het is een mogelijkheid dat de tijd dan stopt. Dat alles wat bestaat abrupt tot een einde komt en oplost in stof. De mogelijkheid bestaat dat op dat moment alle materie die ooit bij het botsen van onmetelijke ruimten -slechts gevuld met minuscuul stof ontstaan- weer oplost. Een cirkel zou rond zijn. Goed en kwaad zouden weer oplossen in het Al, het tijdloze. Wellicht duurt dat nog miljoenen jaren en wellicht verandert ook het strijdtoneel. Dan is niet de aarde maar een andere planeet het middelpunt. Wanneer ook de grootste machten niet stil staan bij de mogelijke gevolgen van hun overwinning zijn beiden blind voor gevaar. Haast menselijk.
Lary Page schrok wakker in zijn rommelige studentenkamer. De telefoon ging en hij nam op. ‘Sergey! Je belt me wakker man’. ‘Weet ik’ reageerde Sergey Brin.’Ik kom zo even langs want ik heb een geweldig idee’. Even later deed Lary voor hem de deur open en vroeg of hij trek had in een kop koffie. ‘Ja, prima, maar ik kom niet voor de koffie maar heb een briljant plan bedacht vannacht’. Vannacht?’ zei Lary. ’s ’Nachts moet je slapen Sergey’. ‘Weet ik, maar dat lukte niet vannacht, er eh…er was iets en ik kreeg een geweldig idee niet te geloven. Het was of God me bezocht Lary echt waar en ik zal je mijn idee vertellen’.
Nieuwsgierig zette Lary een kop zwarte koffie op de tafel en nam plaats op een van de stoelen die er omheen stonden en waarvan ook Sergey er een in beslag nam. ‘Je maakt me nieuwsgierig man! Vertel op’.
Sergey vervolgde:’ je weet toch dat wij die zoekmachine geprogrammeerd hebben en dat het aantal keren dat een zoekwoord op een webpagina verschijnt bepalend is voor het zoekresultaat?’ ‘Ja zeker’ antwoordde Lary.’Hoe vaker het woord op een pagina voorkomt, hoe sterker de positie dus de kans op gevonden worden’. ‘Juist’ vervolgde Sergey.’Maar daar moeten we van af stappen, dit gaat het in de toekomst niet worden!’.
‘We moeten met een andere rangschikking komen die veel efficiënter is dan alleen dat zoekwoord. Ik noem het de ‘pagerank’ en ik leg het je uit. De pagerank wordt bepaald door het aantal verwijzingen naar je website en de relevantie van die verwijzingen. Zo zal een verwijzing, oftewel een backlink, van een relevante website meer waard zijn dan irrelevante verwijzingen. In simpele taal, hoeveel backlinks heeft een website en wat is de kwaliteit van die backlinks. Voor een goede positie in de zoekmachine is het belangrijk dat je een goed linkprofiel hebt. Een goed linkprofiel maak je niet, maar ontstaat uit zichzelf. Tenminste, dat is de gedachte van deze zoekmachine. Die ziet de backlinks als stemmen. En zoals dat in een goede democratie gaat, zul je stemmen moeten verdienen niet forceren.
Sergey toonde op Lary’s computer met een nagebootst netwerk de resultaten van zijn nachtwerk en beiden kleurden van opwinding over de geniale vondst.
‘Wij hebben hier iets machtigs in handen Lary, geloof me!’
‘Wij gaan hier tienduizend-honderd dollar mee verdienen’ grapte Sergey die een kind nadeed dat een groot getal wilde duiden maar nog geen idee had van hoe grote getallen moesten worden uitgesproken. ‘Tienduizendhonderd!’ riep Lary en hief zijn kopje zwarte koffie de lucht in. Sergey imiteerde hem en gezamenlijk riepen ze uit: “Tienduizendhonderd!”
Enkele uren later nadat ze de introductie van hun pasgeboren plan hadden doorgenomen zaten ze voldaan onderuit op het aftandse bankje in de studentenkamer van Lary Page nog wat te dagdromen. ‘Wist je dat tienduizendhonderd echt een getal is? zei Lary.’Dat noemen ze in de wiskunde een googol’. Hij wist hoe je het schreef maar typte verkeerd en las ‘Google’. ‘Da’s een mooie naam voor onze zoekmachine Sergey’ kijk eens hoe ik het schrijf!’. ‘Vet man!’ antwoordde Sergey. ‘Google!’.
Felix plan liep gesmeerd. De nieuwe menselijke technieken begreep hij als eerste omdat hij zovele breinen bezocht en combinaties legde waarmee hij een enorme macht in zich voelde opkomen. Een macht die diepgeworteld zou worden en hem de totale macht over de mensheid kon opleveren. Hij zag de potentie om miljarden mensen te bereiken. Vooral studentenbreinen had hij de laatste tijd bezocht en er eentje verkozen tot de uitverkorene voor zijn meesterlijke plan. Sergey was badend in het zweet wakker geworden en voelde zich rillerig en koud. Als door een hogere macht aangedreven was hij achter zijn computer gaan zitten en had het hele plan binnen no-time uitgewerkt, een proefmodel geprogrammeerd en hij had een complete presentatie in razend tempo opgezet. Een presentatie die in omvang normaliter nog in geen twee weken geheel kon worden samengesteld toverde hij in luttele uren tevoorschijn. Daarna was hij uitgeput terug in zijn bed gekropen en had zich na het ontwaken verbaasd over het resultaat van zijn nachtelijke werk dat hij zich eigenlijk vaag herinnerde. Hij had het zelf gedaan ja, maar hoe dan?
Felix plannen evalueerden in het tempo van de mensheid. Globalisering was de mens het gaan noemen. Het steeds meer met elkaar in verbinding staan en het afnemen van onderlinge afstanden. Om veel mensen te bereiken en invloedrijk te zijn was het er Felix om te doen daarvoor gereedschappen te ontwikkelen. Hij had van afstand enkele decennia toegekeken hoe het gebruik van de computer de afstand tussen mensen verkleind had. Een persoon kan velen bereiken dus ook een idee of plan kon snel verspreid worden via het gebruik van de computer. Er waren social media ontstaan en dat trok vooral zijn aandacht. Via social media verspreidde nieuws zich sneller dan ander nieuws ooit uit het verleden. De snelheid daarvan zag Felix eerst als een gevaar en voordat hij er iets mee zou gaan doen wat hem behaagde wilde hij het eerst doorgronden en er macht over uitoefenen. Enkele tests had hij op de markt der mensheid gebracht zoals Hyves. Een voorloper van Facebook en Instagram. Hij stuurde geselecteerde intelligente en hoogbegaafde mensen aan om zich vooral te richten op social media en groot bereik. Datingsites waren daarbij ontstaan. Voor de eenzame mens nuttige datingsites maar ook sites die de mensen aanspoorde tot ontrouw onder het mom van modern onschuldig ogend tijdverdrijf. En ontelbare pornosites die gretig bezocht werden waren veelal ontstaan door experimenten van Felix. Waar reageert de mens het meest massaal op en hoe verspreid ik mijn boodschap het best?
Hij was nu volledig overtuigd dat het via Google was. Maar het zou zonde zijn om niet alle middelen die beschikbaar kwamen in te zetten voor de verspreiding van het Kwaad. Fakenieuws, onrust door het bezitten van breinen van wereldleiders, pornosites, geweld door extremisten, het aanwakkeren van oorlogen. Felix was momenteel goed op dreef en God leek doelloos langs de zijlijn te staan. Maar was dat schijn? Felix begreep niet hoe het mogelijk was dat hij de laatste twee decennia zoveel meer invloed had kunnen verkrijgen ogenschijnlijk zonder enige tegenwerking van zijn rivaal God. Alles lukte sinds hij greep kreeg op massamedia. Een juiste strategie zo bleek het. Maar lessen uit de geschiedenis maakten hem ondanks zijn succes waakzaam voor tegenwerking.
Er waren meer periodes geweest waarop het leek dat hij de strijd zou gaan winnen maar waarbij het ultieme einddoel toch niet bereikt werd.
Zoals de Tweede Wereldoorlog. Die werd op een gegeven moment te groots en te onoverzichtelijk zelfs voor een macht als hij. Het Goede was komen opzetten en zette recht wat omver gekegeld was. Gestaag, stukje bij beetje was hij – het Kwaad- verdreven. Verdreven werd hij uit de mensheid. Het was de wet van de grote getallen verklaarde hij later. Zo ging het bij de mens, haast op een natuurlijke wijze. Na veel succes in het Kwaad met behulp van vele medestanders kwam het Goede steeds bovendrijven wat Felix ook deed. Wanneer de Tweede Wereldoorlog met haar vele conflicten op ver uiteen liggende locaties niet zo verdomd complex was geworden zou een overwinning van het Kwaad echt mogelijk geweest zijn. Maar het duurde te lang. Tijd duurde toen langer. Langer dan tegenwoordig.
Dat kwam al tot uiting in de mensheid die door alle nieuwe technieken en hun gejaagde leven met nieuws en telefoons steeds meer moeite had het tempo bij te houden. Je zag het aan de vele burn-outgevallen en aan het massale gebruik van rustgevende medicijnen.
Alles ging nu snel en Felix wendde nu al zijn krachten aan om tijd nog sneller te laten verlopen. Een korte en hevige oorlog doen ontbranden, massaal en wereldwijd zou nu in een mum van tijd tot resultaat kunnen leiden. De Derde Wereldoorlog zou het lot kunnen beslissen in slechts enkele weken waarin de wereldgemoederen als in een snelkookpan tot een hoogtepunt moesten worden gestuwd.
Alles had nu met elkaar te maken en nieuws werd sneller dan ooit verspreid. Meningen eveneens en nationale maar ook internationale conflicten volgden elkaar steeds sneller op. De snelheid waarmee de mens nu leeft is als koren op de molen van Felix. De mogelijkheden om alles wat vredig is en gereguleerd te doen ontsporen zijn ongekend.
Terugdenkend aan de Cubacrisis zou Felix het nu anders kunnen aanpakken. De Cubacrisis! Toen leek het hem in de schoot geworpen te worden; ‘de overwinning op het Goede’ maar niets was minder waar. De overwinning bleef uit. Een nederlaag die hij niet vergeten was en die de reden was geweest het gehele verloop van gebeurtenissen aan een uitgebreide studie te onderwerpen. Die studie had hem de kennis verschaft dat de tijd te langzaam verliep. Hoe meer tijd er verstrijkt hoe evenwichtiger de menselijke beslissing wordt. Hoe minder tijd de mens gegeven is hoe minder afgewogen oordeel er is. Dit was zijn conclusie in één zin samengevat.
Kort na die nederlaag was zijn plan om de tijd te doen versnellen geboren. Dit was een naar menselijke maatstaven lange termijn oplossing maar wanneer tijd er niet toe doet is dat geen enkel bezwaar. De Cubacrisis. ‘Wat een ouderwetse toestand!’
De Cubacrisis.
De Cubacrisis was de toestand van een dreigende atoomoorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie in oktober 1962. Dit was het gevolg van het uit de hand lopen van hun conflict over Cuba. Het eiland was na een zevenjarige guerrillastrijd in 1959 communistisch geworden onder Fidel Castro. Het had zich na de mislukte invasie door rechtse Cubaanse ballingen in de Varkensbaai tot de Sovjet-Unie gewend om militaire bijstand.
Het was ten tijde van de Koude Oorlog. De Sovjet-Unie had besloten om in Cuba kernraketten op te stellen. Dat was een reactie op de plaatsing van op de Sovjet-Unie gerichte raketten in Italië en Turkije door de VS.
De locatie Cuba was interessant omdat het Amerikaanse waarschuwingssysteem ingericht was op het onderscheppen van projectielen vanuit de Sovjet-Unie en niet vanuit de Caraïben.
Op deze manier zou de Sovjet-Unie strategische doelen beter kunnen raken. Er waren nog twee andere motieven voor de Russische leider Chroesjtsjov om de raketinstallaties pas eind mei te plaatsen.
Ten eerste waren de Amerikanen in april 1962 weer begonnen met proeven met kernwapens. Naast de bemoeienis van Kennedy in Zuid-Oost-Azië en het uitblijven van resultaat in de Berlijnse kwestie leek dit voor Chroesjtsjov een bevestiging voor de arrogantie van de Amerikanen. Ten tweede leek het alsof de samenwerking met Castro op het spel stond. In maart 1962 had Castro namelijk afgerekend met de belangrijkste communist op het eiland, Anibal Escalante. Moskous agenten hadden op Cuba altijd het beleid gevoerd om zowel Castro goed te behandelen als de invloed van de communisten op het eiland zo groot mogelijk te houden. Deze actie van Castro leek een streep door de rekening van Moskou.
De aanwezigheid van raketten met een kernlading op Cuba kwam aan het licht door foto's van Amerikaanse U2-verkenningsvliegtuigen, die vanaf augustus 1962 boven het eiland waren gemaakt. Achter de schermen werd door de Amerikanen een aantal opties overwogen. Een onmiddellijke nucleaire aanval werd snel afgewezen. Er werd lang getwijfeld tussen de complete invasie van Cuba met grondtroepen en een quarantaine. Er werd uiteindelijk gekozen voor de quarantaine.
Twee dagen later werd deze 'illegale' blokkade van kracht; de wereld hield de adem in, vooral toen duidelijk werd dat Sovjetschepen met kernkoppen aan boord de quarantainezone al dicht waren genaderd. De crisis werd nog verscherpt doordat enkele U-2-verkenningsvliegtuigen vanaf Cuba werden geraakt. Om de indruk te vermijden dat Kennedy zich liet leiden door de publieke opinie, werd dit feit door de Amerikanen niet in de openbaarheid gebracht. Intussen vond achter de schermen druk overleg plaats. Op zaterdag 27 oktober kwam het, zoals tientallen jaren later duidelijk werd, bijna tot een kernoorlog. De volgende dag, zondag 28 oktober, bleek een keerpunt in de crisis, toen Radio-Moskou bekendmaakte dat de Sovjet-Unie gevolg zou geven aan de eisen van de VS en de schepen rechtsomkeert zouden maken.
Oplossing
Deze concessie volgde op een intensieve briefwisseling tussen de Russische leider Chroesjtsjov en Kennedy, waarin niet alleen tot ontmanteling van de raketbases werd besloten, maar ook tot terugtrekking door de Verenigde Staten van de op de Sovjet-Unie gerichte Jupiter-raketten in Italië en Turkije. Tevens werd besloten dat de Verenigde Staten de territoriale integriteit van Cuba zouden respecteren, hetgeen Kennedy later van conservatieve zijde zeer kwalijk werd genomen. Om de publieke schade voor Kennedy beperkt te houden stemde Chroesjtsjov ermee in de terugtrekking van Amerikaanse raketten uit Turkije en Italië niet openbaar te maken. Daardoor leek het of de Russen een nederlaag hadden geleden. De positie van Castro werd versterkt door de crisis: de VS zou geen invasie meer sturen.
Wat niemand wist, was dat Felix het gehele conflict had aangestuurd. Door plaats te nemen in zowel Kennedy ’s brein als in dat van Chroesjtsjov was het betrekkelijk eenvoudig om het tot een oorlog te laten escaleren. Dat was de opzet. Maar Felix had het probleem dat in een dergelijk geval van gelijktijdige bezetting van het brein van rivalen de aansturing maar half werkte. Hoe dat kwam wist hij niet maar in zijn enthousiasme had hij dit gegeven niet serieus genomen en nam verkeerde beslissingen. En de verkeerde beslissingen werden ook nog eens gewogen en aangepast door zijn gastheren. Het werd een zootje. Voor de mensheid had het een gelukkige afloop maar het had zo anders kunnen gaan.
Kennedy begon zich in het heetst van de strijd te weren. Felix had al besloten tot een aanval met kernwapens maar kreeg dit er toch bij Kennedy niet doorheen. Doordat hij maar half kon aansturen was er in het brein van de Amerikaanse president te veel onrust. Hij begon zich af te vragen wie er ten grondslag lag aan deze ellende en kon daarbij alleen naar zichzelf wijzen. Hij was het ten slotte die de opdracht had verstrekt om raketten in Turkije en Italië te plaatsen gericht op de USSR.
Hij kon zichzelf slechts het escaleren van dit geschil verwijten en zat er danig mee in zijn maag. Letterlijk want de president had zeer veel last van maagklachten in die tijd.
Kennedy heeft naar zijn fanatiek reagerende raadgevers steeds de indruk gewekt dat hij dit varkentje wel eens even zou wassen. Grootspraak was het meer niet. Hij wekte de indruk geen probleem te hebben met het ontketenen van een atoomoorlog maar was er constant van bewust dat hij dit beslist niet zou doen. Hij blufte om respect te verkrijgen bij zijn naasten. Milder denkenden praatten uren op de president in om toch niet lichtvaardig te denken over deze ingrijpende zaken. De president speelde dat hij het eigenlijk al besloten had maar hoe meer hij erover sprak hoe meer tijd er overheen ging dat er niets gebeurde. En dat was precies zijn bedoeling. Hij zou niet degene zijn die later als de grote agressor in de boeken zou verschijnen. Nee daarvoor bedankte hij in zijn gedachten feestelijk. Maar de schijn ophouden van de sterke leider die nergens voor terug deinst kon geen kwaad.
Wanneer Rusland tot het uiterste werd gedreven zou Chroesjtsjov toch tegen dezelfde dilemma’s oplopen? Ooit hadden ze afgesproken om juist voor de definitieve ‘go’ altijd nog één telefoontje te plegen. De wereldgemoederen liepen op maar beide leiders wisten dat er altijd nog een escape mogelijk was. Was alles dan voor de bühne? Nee zeker niet. De regeringsleiders stonden beslist onder grote druk. Kennedy was in feite de foute, de agressor. Maar er was voor die mening in die tijd geen ruimte. Iemand die er zo over dacht was meteen een communist. Het Westen had altijd gelijk!
Kennedy speelde een spel maar had niet altijd de keuze om passief te zijn. Als wereldleider moest die zo nu en dan zijn tanden laten zien. Ook waren er enorme economische belangen mee gemoeid. Amerika moest macht en kracht blijven uitstralen en de Westerse wereldbevolking wilde het niet anders zien.
In de geschiedenis staat geschreven dat Kennedy en Chroesjtsjov via intensieve briefwisselingen tot een oplossing waren gekomen. Dat is juiste geschiedenis maar puur het plaatje dat aan de wereld werd voorgehouden.
De twee leiders hadden zonder enig medeweten van anderen namelijk al twee weken voor de uitkomst een pact gesloten. Er zou nimmer een atoomoorlog zijn uitgebroken.
Felix lag hieraan ten grondslag. Het was de eerste keer dat hij op dit wereldniveau bezit had genomen van twee rivaliserende mensenbreinen tegelijk. Dat gaf nadelen want de eigen wil van de gastheer bleef te actief. Felix’ invloed was halfslachtig aanwezig. De gastheer voelde zijn aanwezigheid slechts door ‘gedachten te krijgen’. Zowel Kennedy als de Russische leider kregen naast hun gebruikelijke gedachten ook andere gedachten. Dat vonden beiden verontrustend maar ze verklaarden het als gedachtenspinsels die opkwamen omdat zij onder grote druk stonden. Kennedy beschouwde de extra gedachten als een welhaast goddelijke aanwezigheid. De man was niet geheel van hoogmoed gevrijwaard. Toch kon zowel hij als Chroesjtsjov zijn gezond verstand bewaren en werd het aandeel ‘extra gedachten’ nimmer overheersend.
Omdat beide leiders het spontaan vormen van de extra gedachten verontrustend vonden trokken ze zich vaak terug in hun privévertrekken of slaapkamers. Zij gaven dan de opdracht hen niet te storen tot wanhoop van menigeen die overleg wilde plegen. Uren en uren bleven beide wereldleiders alleen zonder een teken te geven.
Tijdens deze eenzame uren midden in de Cubacrisis gebeurde het. De gewaarwording is nooit goed door beide gastheren begrepen en zij hebben er nooit een woord over gerept. Niet met anderen en niet met elkaar. Maar beiden weten dat het waar is. Er ontstond een verbinding tussen hen op breinniveau. Als een telefoonlijn waardoor geen spraak maar gedachten stroomden. Felix was zo intensief aan de slag om zijn kwade ideeën vat te laten krijgen dat er vanuit hem een constante bijna waarneembare stroom ontstond zowel in de richting van de Russische als de Amerikaanse wereldleider. Een denkbeeldige rivier. Ook Felix was nooit eerder zo gefocust geweest of zo intensief bezig met het uitstralen van zijn duistere gedachten naar twee personen tegelijk. Er ontstond een vreemdsoortig bijverschijnsel waarmee ook hij voor het eerst kennis maakte. Een spontane ‘gedachtencommunicatie’. Die ontstond tussen de twee presidenten en scheen te drijven op de gedachtenstromen die vanuit Felix met enorme intensiteit hun beider kant op kwamen. Een ‘gedachtencommunicatie’ als een schip dat heen en weer vaart op de rivier van Kwade gedachten.
Er was een nieuwe vorm van communicatie ontstaan. Een verbinding tussen twee mensen die zich duizenden kilometers van elkaar begaven en die op hetzelfde moment onder enorme druk stonden in hetzelfde conflict.
Het vreemde was dat Felix aan deze nieuwe energiestroom geen richting kon geven. Zijn kwade gedachten werden geheel ondergeschikt aan de communicatievorm die er ontstond tussen de hoofdpersonen. Het was alsof ze met elkaar aan de telefoon zaten, aangestuurd niet door wat ze zeiden maar door wat ze dachten en Felix had hierop geen vat. Hij hield de gedachtencommunicatie wel zo lang mogelijk in stand want het was een voor hem volstrekt nieuw fenomeen. Zijn missie zou niet meer slagen. Hij voelde echter dat als hij stopte met het sturen van duistere plannen de verbinding zwakker werd. Hij moest beslissen of het zin had om de niet gemanipuleerde gedachten van de presidenten elkaar te laten ontmoeten via zijn systeem. Hij was tenslotte hierin verworden tot een telefoontoestel. Als hij niet de hoofdgedachte kon sturen maar dat zijn aansturing slechts functioneerde als telefoondraad dan was dit nutteloos.
Kennedy stuurde aan op wat hij vanaf het begin van het conflict van plan was geweest. Vreemd maar hij leek te voelen wat zijn rivaal dacht. ‘Het zal de stress zijn’ dacht hij maar ervaarde hetgeen er gebeurde niet als pure stress. Eerder helderziendheid. Ook Chroesjtsjov deelde dit en verklaarde het als het buitengewoon goed aanvoelen van zijn rivaal Kennedy. Het gaf hen beiden een geruststellend gevoel.
Beiden zouden deze sessie niet vergeten. Tijdens deze sessie die enkele uren duurde werd in beider gedachten het gehele conflict opgelost en werd afgesproken hoe dit naar buiten vorm zou krijgen. Om zeker te zijn van hun agreement werd afgesproken dat Kennedy in zijn eerste brief de tweede alinea zou beginnen met het woord ‘assuming’.
Chroesjtsjov zou de tweede alinea van zijn antwoord beginnen met ‘I regard’.
En zo geschiedde.
Delen uit deze briefwisseling :
Brief Kennedy:
John Fitzgerald Kennedy
President Kennedy to Chairman Khrushchev, October 27, 1962
[Reply to Chairman Khrushchev's first letter of October 26]
I have read your letter of October 26th with great care and welcomed the statement of your desire to seek a prompt solution to the problem. The first thing that needs to be done, however, is for work to cease on offensive missile bases in Cuba and for all weapons systems in Cuba capable of offensive use to be rendered inoperable, under effective United Nations arrangements.
Assuming this is done promptly, I have given my representatives in New York instructions that will permit them to work out this weekend - in cooperation with the Acting Secretary General and your representative - an arrangement for a permanent solution to the Cuban problem along the lines suggested in your letter of October 26th. As I read in your letter, the key element of your proposals - which seem generally acceptable as I understand them - are as follows:
Antwoord :
Chairman Khrushchev to President Kennedy, October 28, 1962
Dear Mr. President:
I have received your message of 27 October. I express my satisfaction and thank you for the sense of proportion you have displayed and for realization of the responsability which now devolves on you for the preservation of the peace of the world.
I regard with great understanding your concern and the concern of the United States people in connection with the fact that the weapons you describe as offensive are formidable weapons indeed. Both you and we understand what kind of weapons these are.
Beide leiders begrepen elkaar en in feite was de gehele crisis tijdens hun sessie opgelost. Zij lieten een verbijsterde Felix achter die zich afvroeg wat hier gebeurd was, wat de bedoeling was, hoe het kon bestaan en waarom hij zijn greep totaal verloor. Goed hij wist nu nog meer van zijn mogelijkheden maar daarbij was zijn invloed dat wat hij wilde bereiken totaal ondergeschikt. Peinzend overwoog hij nimmer meer een dergelijke verbinding tot stand te brengen. Dit had geen zin. Het goede ofwel het gezonde verstand zoals de mensen dat noemden had gewonnen. Maar hoe?
God was het antwoord. Wanneer twee rivalen op wereldniveau bezeten zijn door Satan kan God niet passief blijven. God had Felix gevolgd en het was voor hem al van mijlenver zichtbaar dat Felix twee breinen wilde aansturen die met elkaar in conflict waren. Wat Felix niet wist was dat er in dat geval voor God een stroom zichtbaar wordt. Hij ziet de kwade gedachten die beide kanten uitvloeien die via Felix -de bron van het Kwaad- worden gevoed. God heeft de kracht deze stroom als een unieke kleur waar te kunnen nemen. Hij alleen heeft deze gave. In het geval Kennedy versus Chroesjtsjov kon hij van nabij meemaken wat de onverstoorde gedachten van beide heren waren. God kon als het ware meedrijven met de gedachten en kón ingrijpen als het goede in de mens het zou laten afweten. Maar dat was hier niet nodig geweest.
Het plan van Felix een oorlog te ontketenen zou niet via deze mensen tot stand komen. Daarvoor waren hun eigen gedachten te sterk. Door beide breinen te willen aansturen tegelijkertijd overvroeg Felix zichzelf en leidde een smadelijke nederlaag. God vertrouwde er op dat wanneer het écht nodig was de redelijk denkende mens -de eerlijke mens- geen hulp nodig had om de juiste beslissing te maken. Daarin had hij tijdens deze Cubacrisis gelijk gekregen. Hier hoefde hij slechts als toeschouwer te fungeren maar had kunnen ingrijpen als dat nodig was. Bijsturen van een gedachtengesprek wanneer dat even dreigde te ontsporen was iets dat binnen zijn mogelijkheden lag maar hier was alles zonder zijn tussenkomst opgelost. God kende meer van dit soort overdrachten.
Felix, het Kwaad was in feite onbedoeld de voedingsbodem voor de vreedzame oplossing geweest.
Het idee nog eens als communicatiemiddel gebruikt te worden vervulde hem met afschuw. Hij zou nooit meer twee rivalen tegelijk maar slechts het brein van de ene gaan aansturen. Na de Cubacrisis zinde hij op wraak.
Felix nam wraak op 22 november 1963.
Op die dag nam hij volledig de regie over in het brein van Lee Harvey Oswald…
Felix nam ook wraak op 14 oktober 1964.
Op die dag werd Nikita Chroesjtsjov uit zijn ambt gezet vanwege zijn eigengereid optreden tijdens de Cubacrisis. Hij stierf na zeven jaar huisarrest op 11 september 1971.
De mens wordt geboren en heeft bij de geboorte nog geen enkel benul van goed en kwaad. In principe is er de meeste aanleg bij de mens aanwezig om het goede te ontwikkelen. Goed is waarmee we geboren worden. Of liever gezegd goede intenties.
De mens ontstaat daar waar een zaadcel een eicel ontmoet. Er is bij de eerste aanraking één moment wat niet magisch is maar wat per direct een chemische reactie tot stand brengt. Het leven op zich is er al maar de levensvorm – een nieuw mens- ontstaat vanuit de chemie.
De eicel is er in principe op gericht een kopie te maken van haar drager. Wanneer we de eicel haar gang lieten gaan werd er een exacte kopie of kloon geboren van de moeder. Echter kan de eicel zich niet ontwikkelen tot mens zonder de tussenkomst van de zaadcel. Immers ontstaat de chemie in dat geval niet. De zaadcellen zijn met miljarden in een strijd verwikkeld. Het is een korte sprint. Een Olympische honderd meter. Die sprint wordt gewonnen door één van de miljarden zaadcellen.
Het recht van de sterkste of willekeur? Dat is niet geheel duidelijk. Het mannelijk orgasme zorgt voor een samentrekking van spieren enkele malen achtereen. Deze samentrekkingen zijn van zeer korte duur en de zaadcellen worden met grote snelheid één kant op gestuwd. Daarna volgen zij een route. De kortste route naar de eicel. De zaadcel reageert automatisch op een stofje wat door de eicel wordt afgegeven. Als een banketbakkerij die heerlijke geuren verspreid. Hoe dichter je erbij komt hoe lekkerder het ruikt. Je volgt de sterkte van de geur en komt aan bij de bakkerij alwaar je je bestelling kunt doen. De zaadcel heeft als doel samen te smelten met de eicel. Die reactie is het begin van elke mens.
Wint de sterkste zaadcel? Lang niet altijd. In principe zijn ze allemaal even sterk. Maar ze zijn wel allemaal verschillend. Eigenschappen die later in de nieuwe mens aanwezig zullen zijn of zich zullen ontwikkelen zijn al aanwezig in de zaadcel. Er zijn miljarden zaadcellen die zich later – afhankelijk van met welke eicel zij een mens gaan vormen- prima kunnen ontwikkelen als brandweerman, schilder, kunstenaar, boekhouder, leraar, schrijver, ondernemer, premier, zwemkampioen, voetballer, ontdekkingsreiziger, astronaut, bibliothecaris, vastgoedbelegger, of wat dan ook.
Er is aanleg aanwezig om zich tot een bepaald type mens te ontwikkelen. De aanleg om een goede brandweerman te worden zal in de meeste gevallen geen goede brandweerman opleveren. De ontwikkeling is namelijk sterk afhankelijk van de omgeving waarin de mens wordt opgevoed en waartoe hij wordt aangespoord. Veel brandweermannen zouden in andere omstandigheden opgegroeid hele goede boekhouders kunnen zijn of olympische sporters of vastgoedbeleggers. Soms komt de beste eigenschap die aanwezig is optimaal tot zijn recht. Die zaadcel die een natuurlijke aanleg met zich meedraagt om zeer hard te kunnen lopen brengt in combinatie met de eicel die eveneens optimale eigenschappen bezit van hardlopers een mens ter wereld die goed kan hardlopen. Wanneer die mens wordt opgevoed in een omgeving waarin juist die eigenschappen kunnen worden doorontwikkeld zal deze mens een olympische kampioen hardlopen kunnen worden. Wanneer de eigenschappen aanwezig zijn maar de omgevingsfactoren niet optimaal zal er geen olympische kampioen ontstaan. De mens die deze kans mis loopt heeft er geen benul van. Ondanks dat hij was voorbestemd een olympisch kampioen hardlopen te worden is hij daartoe niet ontwikkeld. Hij kan de omgevingsfactoren niet zelf bepalen. De omstandigheden kunnen er voor zorgen dat hij inbreker wordt. Het komt hem goed uit dat wanneer de politie hem op de hielen zit hij zich sneller dan anderen uit de voeten kan maken. Hij is dan verworden tot een crimineel die zeer hard kan weglopen voor de politie. Niet tot een olympisch kampioen.
Wie er geboren wordt uit de chemie van de zaadcel en de eicel is dus volstrekte willekeur. De omgeving echter is van grote invloed. Mensen die zijn opgegroeid in een kansrijke omgeving kunnen hun echte goede eigenschappen ontdekken en door ontwikkelen. Degenen die veel potentieel hebben maar in een kansarme positie opgroeien kunnen zich niet door ontwikkelen tot specialisten. Dat zijn gemiste kansen.
Ieder mens zou in staat gesteld moeten worden om zijn beste eigenschappen te kunnen ontwikkelen om zo tot een nuttig besteed leven te komen.
Felix heeft als doel dit proces zo veel mogelijk te saboteren. De mensheid af te stoppen, te remmen en verkeerde keuzes te laten maken. Hij maalt niet om het menselijk belang. De mens is slechts een middel om zijn doel te bereiken. Hij stuurt de mens graag aan maar geeft niets om hem. Zíjn doel is heilig… niet dat van de mens.
De snelheid waarmee de mens momenteel leeft is een verdienste van zichzelf. Herstel; De snelheid waarmee de mens momenteel leeft is een verdienste van zichzelf én van Felix. Door het tempo op te voeren kunnen veel sneller conflicten ontstaan. Dat is de basisgedachte. Door veel meer zaken te laten plaatsvinden binnen dezelfde tijd ontstaat er ontsporing, verwarring, overbelasting, druk, deregulatie. Hoe meer hoe liever denkt Felix. Het tegengaan van evenwichtigheid door de snelheid van het leven op te voeren is een groot succes. God heeft er welhaast geen grip meer op en weet zich vooralsnog geen raad. Het gereedschap om het levenstempo op te voeren heeft de mens zelf ontwikkeld. Daar hoeft Felix niet aan te pas te komen. Efficiëntie wordt over het algemeen als een deugd gezien. Optimale efficiëntie klinkt ook goed. Je zou er geen kwaad achter zoeken. Maar daar zit het hem nu net wel in. Die zaken die zo goed lijken voor de ontwikkeling van de mensheid zijn desastreus wanneer zij in het groot worden toegepast. De mensheid dreigt uiteindelijk ten onder te gaan aan haar eigen efficiëntie.
Als voorbeeld deze metafoor;
Ieder mens werkt bij een grote supermarkt. Iedereen werkt er. De éne op kantoor de ander in het magazijn en weer anderen bemannen de winkelvloer. De mensen van het kantoor zien dat wanneer het druk is er rijen bij de kassa staan. Daarop openen zijn meer kassa’s om meer klanten tegelijk te kunnen laten afrekenen. Meer mensen aan de kassa verhoogt de loonkosten. Dat is niet efficiënt te krijgen want de momenten waarop je extra drukte hebt zijn vooraf niet altijd honderd procent te voorspellen. Het extra kassapersoneel zit duimen te draaien wanneer het toch wat minder druk is dan verwacht.
Daarop is er een onbemande kassa bedacht. Dat werkt efficiënt. De klanten moeten er even aan wennen maar bij een juiste introductie gaat het steeds beter werken. De pieken van drukte bij de kassa’s kunnen nu worden opgevangen zonder de inzet van meer personeelsleden. Dat is efficiëntie. Handig en een uitkomst voor het probleem.
Maar de mensen van het kantoor denken verder. Want als alle kassa’s nu eens onbemand zouden zijn? Dan hebben we geen kassapersoneel meer nodig en gaat die efficiëntie ons nog veel meer voordeel opleveren! En dáár gaat het fout.
De kern van het probleem was het oplossen van piekdrukte bij de kassa zonder extra personeelskosten. Die factoren waren oorsprong en gevolg. Een logische gedachte.
Daarna werd bedacht dat de oplossing van de onbemande kassa kon worden doorgevoerd naar alle kassa’s. Echter was dát niet het kernprobleem. De oplossing is dus in eerste instantie bedacht voor het kernprobleem en daar zou het bij moeten blijven. Alle kassa’s onbemand maken is een oplossing voor een probleem dat er niet was. Deze oplossing wordt ook efficiëntie genoemd maar is het geenszins.
Déze efficiëntie heeft als nevenschade het ontslag van alle kassamedewerkers. Er blijft slechts nog kantoorpersoneel over en winkelpersoneel.
Maar dan gaat het spook der efficiëntie verder. De kantoormensen hebben de smaak te pakken en geproefd van efficiëntie. Ze hebben promotie gemaakt en willen meer. Ze gaan alle taken in de supermarkt efficiënt maken. Ze doen er echt hun best voor en bedenken een veelvoud aan plannen om alles nog efficiënter te maken. Het gevolg is dat er nog meer kosten bespaard kunnen worden. Er kan nog veel meer bereikt worden. Stukje bij beetje gaat de efficiëntie door en neemt groteske vormen aan. Al snel heeft de supermarkt nog maar de helft van het winkelpersoneel nodig en ja ook de helft van de kantoormensen is komen te vervallen. Ze zijn naar huis gestuurd omwille van de efficiëntie van het bedrijf waarvoor ze zich jarenlang hebben ingespannen.
Omdat in dit voorbeeld iedereen bij de supermarkt werkt ontstaat er veel onrust en werkeloosheid. Immers is er geen werk meer in de supermarkt. Voor niet bestaande problemen is een oplossing bedacht die als efficiëntie wordt omschreven. Maar die efficiëntie betekent een ramp voor een groot deel van de medewerkers die hun werk en inkomsten verliezen. Zij komen in de verdrukking. Zij hebben geen inkomen en kunnen geen boodschappen meer doen bij de supermarkt waar iedereen werkte. De supermarkt draait goed met nog maar een kwart van de personeelsleden en is optimaal efficiënt gemaakt. Maar dan gebeurt het. De mensen die naar huis zijn gestuurd hebben geen inkomen meer. Ze kunnen de prijzen voor de producten in de supermarkt niet meer betalen en blijven weg. De supermarkt verliest marktaandeel en daar waar de efficiëntie zo ver was doorgevoerd laten de gevolgen niet op zich wachten. De supermarkt houdt welhaast geen klant meer over en moet inkrimpen. De supermarkt was een groot concern maar moet nu naar kleinere winkels met nog minder personeel als gevolg van de economische malaise. Uiteindelijk na veel reorganisaties valt het doek en is de supermarkt failliet. De tol van de te ver doorgevoerde efficiëntie wordt betaald.
In werkelijkheid gaat het zo. Het enige verschil is dat niet alle mensen bij één supermarkt werken. Er zijn honderdduizenden supermarkten, bedrijven, en organisaties waar mensen werken. Allen zijn met een race in efficiëntie bezig. In veelvoud leidt die te ver doorgevoerde efficiëntie tot problemen.
De mensen van de supermarkt die de efficiëntie hebben bedacht worden geprezen en weggekocht door andere bedrijven die ook efficiënter willen worden. Wereldwijd ontstaat er zo een race naar efficiëntie en de bedenkers baden in weelde. De massa gedijt er echter niet bij op de lange duur. Massale werkloosheid en grote onrust zijn het gevolg en op den duur zal deze onrust tot grote conflicten leiden. In een tijd waarin alles snel gaat en er weinig tijd voor bezinning is zullen grote conflicten snel kunnen escaleren. Oorlog dood en verderf liggen op de loer. Koren op de molen van Felix. En het mooie is dat de efficiëntie niet eens door hem bedacht is maar door de mens zelf.
Het heden.
Het zal menigeen niet verbazen. Anno nu, in 2024 is het velen wanneer ze van de in dit verhaal geopenbaarde kennis op de hoogte zijn niet moeilijk te raden in welk brein Felix zich genesteld heeft. Onlangs werd in de media verklaard dat hij ziek was. Ziek is niet correct omschreven, maar de afname in lichaamstemperatuur geeft veranderingen in het uiterlijk en dat is wat we zien. Mensen uit zijn directe omgeving kunnen het waarnemen. Echter zijn er vrijwel geen mensen in staat hem van dichtbij te benaderen en waar te nemen of hem recht in de ogen aan te kijken. Genodigden plaatst hij aan de overzijde van een lange tafel, en neemt zelf aan de andere zijde plaats. De overname van zijn brein is volledig. Deze overname is het schrikbeeld van God. Het brein is binnengetreden vlak na de oorlog en vernietiging van de stad Aleppo in Syrië. Als opstapje heeft Felix de leider van dat land, Assad, betreden en gekeken of het mogelijk zou zijn om in de moderne tijd een oorlog te starten waarbij volle steden met onschuldige mensen doelwit en slachtoffer konden worden. Liet de goede wereld het gebeuren? Het was een experiment. En het was succesvol. Het antwoord was ja. De goede wereld bleek machteloos en werd volledig overspoeld met de gevolgen van de onmenselijk wrede strijd. Dood en verderf in het kwadraat, miljoenen ontheemden. Schade die zich nog generaties lang doet gelden. Materieel en immaterieel.
Leider Assad heeft over de modernste technische mogelijkheden kunnen beschikken met hulp van diegene die op dit moment bezeten is door de Duivel: Vladimir Poetin.
De bezetene die deze tijd dicteert heeft volgens Felix een vergelijkbaar maar toch anders functionerend brein dan Adolf Hitler. De gestructureerdheid en orde binnenin valt Felix op wanneer hij op een stressmoment binnengetreden is en de upload in enkele seconden ondergaat. Wat een fascinerende omgeving! De structuur meent Felix te kunnen vergelijken met de printplaat van een computer of ander elektrisch apparaat. Voor de leek ondoorgrondelijk, maar duidelijk met een overdachte structuur van aangebrachte componenten. De bezetene heeft macht en bezit nucleaire wapens en schroomt niet ze te gaan gebruiken. Onder invloed van Felix ofwel Satan zal hij ieder middel wat hem goeddunkt en ter beschikking staat gaan gebruiken. Het is voor de mensheid een soort herhaling van de Cuba-crisis maar de crisis is geëvalueerd tot een monster. God lijkt buiten spel te staan. Maar het goede in de mens is eveneens krachtig en kan het evenwicht terugbrengen.
Velen roepen: “Krachten rondom De Bezetene zullen zich moeten bundelen om zijn macht te breken”. Dat is volgens hen de enige oplossing. De bezetene moet dood om de mensheid te bevrijden uit zijn greep. Een groep plaatvervangers met goede bedoelingen voor de mensheid zal zijn plaats moeten innemen. Er bestaan inmiddels krachten die in actie zullen komen wanneer de tijd ervoor gekomen is. Het goede in de mens reageert. De Bezetene zit vol achterdocht en vertrouwt niemand. Hij geeft niet meer om zijn eigen leven wanneer hij besluit het ultieme wapen te gaan inzetten. Maar vlak voordat gebeurt zal Het Goede de regie overnemen. De mensheid zal gered worden.
Felix doet zijn uiterste best om de mensheid naar de verdoemenis te begeleiden. Eeuwen is hij al bezig met zijn klauwen diep verankerd in de mensheid. God heeft het er moeilijk mee. Het is wachten op het natuurlijke verschijnsel dat het goede weer komt bovendrijven na een periode van overwinningen van Het Kwaad. We kunnen echter nooit voorspellen waar we ons begeven. In welke fase van het proces. En of er een kering van het tij komt is maar de vraag. Zien we de huidige positie van de mens op de wereld dan stemt ons dat niet vrolijk. We beseffen echter te weinig dat ook wij deel uit maken van de mensheid. De mensheid zijn dat alle andere mensen? Nee de mensheid ben ook jij. Zie wat er gebeurt met de aarde die ooit zo mooi was. Zie wat er gebeurt met het milieu. Een ramp voltrekt zich en ‘de mensheid’ is daaraan schuldig. De individuele mens voelt dat echter niet zo en is bezig met zijn eigen race tot efficiëntie te voltooien. De mens denkt slechts invloed te hebben op zijn eigen omgeving. Echter maakt elke mens deel uit van een groter geheel en zijn we allen met elkaar verbonden door het goed en het kwaad wat zich in ons allen heeft geworteld.
Er zijn er kiezen.’Being there to choose’. Dat is waarom we op de aarde zijn. Is het zo simpel? Ja het is zo simpel. De overleving van de mensheid en de aarde is in onze handen. Niet in die van een buitenaardse kracht en niet van het kwaad wat in ons huist. Niet van het goed dat in ons huist. De mens is als individu verantwoordelijk voor wat er met de mensheid gebeurt. Er zijn en kiezen. Dat is onze taak. Daarvan zouden we doordrongen moeten zijn. In onze drang naar perfectie en efficiëntie voor het individu zijn we het grotere geheel uit het oog verloren en is het maar de vraag of we op tijd tot bezinning komen. Wanneer we te laat zijn is er straks geen aarde meer over waar het leefbaar is voor de mens. Dan kunnen we tot de conclusie komen dat de mensheid er wel was maar verkeerd koos.
Er zijn en kiezen. We zijn er dus moeten we kiezen. Keuzes maken over onszelf; de mensheid. Zie de mensheid niet als een abstract iets waarvan je geen deel uit maakt. Zie de mensheid als jezelf en neem je verantwoordelijkheid de juiste keuzes te maken.
Er zijn en kiezen is onze gemeenschappelijke taak. Het moge duidelijk zijn dat wanneer we als individu keuzes kunnen maken die goed zijn voor onszelf en voor onze eigen omgeving. Diezelfde keuzes zouden we in het groot ook moeten maken. We moeten het dan wel goed voor hebben met de aarde en van plan zijn hier nog heel lang te blijven wonen. Er zijn en kiezen. Dat is het doel van ons leven. Zo simpel? Ja!
Oproep aan degene die zich in de nabijheid van De Bezetene begeeft:
Maak je keuze, doe het voor de mensheid. Jij bent er om de ultieme keuze te maken.
Einde.
-Dit verhaal ontpopte zich uit mijn brein. Een simpele eerste gedachte over hemel en hel, over goed en kwaad ontwikkelde zich gedurende de tijd dat ik bezig was met het schrijven van dit verhaal. Het uitdiepen van een simpele gedachte brengt je fantasie naar een hoger niveau en in mijn geval rolt er dan een verhaal uit of een hoofdstuk wat ik zelf drie keer moet nalezen om het precies te doorgronden. Voltooide regels lokken weer andere uit. Zo ontstond er een gedachtenspinsel over goed en kwaad. Over God en Satan en het goed en kwaad in de mens.
Ik begon aan dit verhaal en was van plan er een langer verhaal van te maken.
Maar het einde zoals ik dat heb vormgegeven was er ineens. Een naar mijn idee rake boodschap is overgebracht aan de lezer. Immers is het doel van ons bestaan verklaard!
Noem dat maar niets! Verder fantaserend kwam ik er achter dat dat voldoende was.
Ik zou het verhaal met nog meer geschiedenis kunnen aanlengen maar zou daarbij in herhaling vallen. Het goed en het kwaad zijn van alle tijden dus inspiratie was er genoeg. Fantasieën over de macht van Google die door het kwaad wordt aangestuurd passeerden de revue. Complottheorieën omtrent het Coronavirus dat mede door het kwade hoofdpersonage Felix kunstmatig in omloop zou zijn gebracht door Chinese leiders passeerden in mijn gedachten eveneens de revue. De strijd tussen goed en kwaad verhevigt zich en mondt uit tot…..wie weet wat.
Maar deze schrijver vond het welletjes.
Het is geenszins wetenschap, correcte geschiedenis of religie : daarvan distantieer ik mij geheel. Maar nadenken over te maken keuzes kan geen kwaad. Het deel over het doel van het leven kan best eens waarheid zijn. Dat we hier op de wereld zijn om keuzes te maken. Constant keuzes maken. Gewoon omdat we mensen zijn die op de aarde leven en zelf kunnen beslissen of dat nog lang gaat duren of niet. De mensheid dat zijn wij, de aanwezigen van dit moment.
Deze tekst past u aan door erop te klikken.