-verhalen-boeken-columns- 
Frens Hoornick

Ik schrijf ...

...sinds enkele jaren verhalen. Verzonnen verhalen. Fictie dus, en daarmee gaat een wens in vervulling. 

'Het is erg leuk om steeds meer lezers te kunnen bereiken, en vooral om hun enthousiaste reacties te krijgen'.

Eerste boek

Het verhaal 'De Hoofdprijs' werd mijn eerste boek. Alles eromheen was voor mij nieuw en het voor de eerste keer door mijn eigen boek bladeren voelde goed. Daarna verschenen 'Zwarte Mamba' en het derde verhaal 'Prooi'.  Er is tegenwoordig steeds een verhaal 'in de pen'. Sommige verhalen komen niet af of ze staan even op pauze. Maar de verhalen die ik als écht af beschouw geef ik uit. Mensen uit mijn omgeving vragen me steeds vaker 'wanneer komt je volgende boek uit?'  Dat doet me goed. Het tweede doel van boeken uitgeven is dat ze verkocht worden. Doel 1 is dat ze gelezen worden. Onlangs verscheen mijn vierde boek 'Dames en heren: Mattia Bergman!'

Waarom?

Het schrijven was iets wat me al heel lang aantrok. Door te weinig tijd daarvoor vrij te kunnen maken kwam het er niet echt van om iets met de schrijversambitie te doen. Met een eigen zaak en gezin heb je een druk leven, althans ik dan en ja dat was een excuus om me niet met het schrijven van verhalen bezig te houden. Maar nu ik weet hoeveel voldoening het geeft, heb ik daar wel spijt van. 

Nu ik wél schrijf besteed ik daar periodiek minstens een hele dag per week aan.  Ik vind het belangrijk om tijd vrij te maken voor iets wat ik heel erg leuk vind. (Naast wielrennen, wat een andere passie van me is.)

Sprookjes

Omdat ik er veel plezier aan beleef herschrijf ik soms tussendoor sprookjes. Die kun je lezen op mijn Facebookpagina: 'verhalen van Frens Hoornick'. Van enkele meest bekende sprookjes is inmiddels al een 'persiflage' door mij geschreven. Daarbij wordt alles een beetje, of beter gezegd erg absurd. Ze zijn na mijn bewerking niet allemaal voor alle leeftijden. Een voorbeeld uit mijn versie van 'Klein Duimpje' volgt hier:

Klein Duimpje heette in werkelijkheid Knutvolg Ruddendindo. Maar omdat die naam vrijwel nergens foutloos kan worden opgetekend of worden uitgesproken is er gekozen voor de naam Klein Duimpje. Het ventje had namelijk twee onderontwikkelde duimen aan zijn knuistjes zitten die door verkeerd medicijngebruik van de moeder tijdens de zwangerschap niet tot hun volledige wasdom waren gekomen.
-In dit verhaal zal ik de naam Klein Duimpje en Knutvolg Ruddendindo door elkaar gebruiken om jullie als lezers vertrouwd te doen geraken met zijn echte naam. Want dat is ook wat het kereltje altijd heeft gewild…dat hij bij zijn eigen naam genoemd zou worden. Dat hij geen Klein Duimpje meer zou worden genoemd. Hij voelde zich er niet comfortabel bij en zijn latere gedragingen zijn vrijwel allemaal voortgekomen uit deze grote frustratie.
Knutvolg maakte deel uit van een gezin met zeven kinderen.
-De vader was geen houthakker. Een grote misvatting die vrijwel in iedere vertelling weer komt bovendrijven. Het resultaat van luie schrijvers of vertellers. ‘Laten we hem maar houthakker noemen, want dat is gemakkelijk’. Eens echt nagaan of het zo is, doen ze niet! Gelukkig heeft het researchteam kosten noch moeite gespaard om achter de waarheid te komen, waarvoor ik ze graag bedank. Ze weten zelf wel wie het zijn.
De vader van Knutvolg Ruddendindo was garnalenpeller.
-Maar dat klinkt natuurlijk niet zo stoer. In menig sprookje is het ware beroep van de genoemde persoon pertinent en met opzet omgevormd tot houthakker. De vader van Klein Duimpje: houthakker! De vader van Hans en Grietje: houthakker! De vader van Repelsteeltje: houthakker! De vader van Doornroosje: houthakker! Allemaal leugens. In werkelijkheid was de vader van Hans en Grietje verkoper van Encyclopedieën, was de vader van Repelsteeltje heilsoldaat van het Leger des Heils, en was de vader van Doornroosje kolenboer. Een beroep wat heden ten dage vrijwel geheel is uitgestorven. De reden waarom Knutvolg geen garnalenpeller is geworden zoals zijn vader is die vermaledijde duimen van hem. Die waren door verkeerd medicijngebruik….enfin dat weten we nu wel.
Er zijn geen bewijzen gevonden voor de hardnekkige geruchten dat de moeder van Klein Duimpje een hoer was.
- Er waren geen geruchten maar na dit te hebben gelezen zullen jullie het mens nooit meer anders kunnen voorstellen. Een grapje van de schrijver en graag gedaan.

Korte verhalen

Ik schrijf ook korte verhalen. Die plaats ik ook op mijn Facebookpagina. Wanneer ik er veel bij elkaar heb geschreven komen ze bij elkaar in een boekje te staan. Wanneer dat is? Geen idee... maar ik geef hier een voorbeeld van een kort verhaal:

Bezoek

De voordeurbel maakte een einde aan Martins overpeinzingen. Wie dat kon zijn is wat hij zich nu afvroeg. Het was alweer eventjes geleden dat hij het geluid van zijn eigen voordeurbel had gehoord. Langzaam stond hij op vanuit zijn fauteuil, schoot zijn pantoffels aan en liep hoorbaar sloffend via de smalle korte entree naar de voordeur.
Martin opende deze en bezag wie er voor hem stond. ‘Eindelijk’ dacht hij terwijl hij langer dan gebruikelijk zwijgend en bewegingsloos bleef kijken. Wat ging er veel door hem heen! Het moment duurde vijftien seconden maar leek wel een kwartier te duren. ‘Kom maar naar binnen’ sprak hij zacht maar resoluut, keerde zich om en liep de huiskamer in. De gestalte achter hem volgde. Berustend nam Martin zichtbaar vermoeid maar op een bepaalde manier opgelucht terug plaats in zijn stoel. Hij zuchtte en vroeg ‘Blieft u koffie eh meneer eh…?’ Met een kort handgebaar maakte de aanwezige kenbaar dat het niet nodig was en misschien was het ook niet gebruikelijk. Het zou kunnen dat in deze context de vraag omtrent koffie nooit gesteld werd. Martin dacht daar even over na en glimlachte zichtbaar. ‘Ik dacht dat je nooit zou komen’ bracht hij zachtjes bijna breekbaar uit terwijl hij zijn toehoorder verwachtingsvol aankeek. Hij wist haast zeker dat hij geen antwoord te horen zou krijgen. ‘Neem anders even plaats?’ suggereerde hij in een poging er een mooi moment van te maken en gastvrij over te komen. Dit was het beste wat hij kon bedenken. Weer werd Martins vraag afgedaan met een afwerend doch vriendelijk gebaar. Het was blijkbaar ook niet gebruikelijk om een zitplaats aan te bieden in deze omstandigheden. Martin had vaak nagedacht over hoe het zou zijn, dit moment. Nooit had hij kunnen vermoeden dat alles zo letterlijk plaats zou vinden maar het gaf hem tegelijkertijd ook houvast. ‘Heeft u haast?’ vroeg Martin. Hij wist dat een nieuwe vraag weer geen gesproken antwoord teweeg zou brengen maar vond het wel prettig om enige inleiding te creëren tot hetgeen onvermijdelijk was. De gestalte die midden in zijn huiskamer was gaan staan schudde zijn hoofd. Geen haast. Dat was fijn. Geen haast was prettig. Maar hoewel prettig zou het onverrichter zake verdwijnen van de aanwezige dan weer niet prettig zijn. Martin had lang genoeg gewacht en alles beleefd. Een mooie jeugd, mooi werk en hij had ook de liefde van zijn leven ontmoet. Martha was hem nu alweer 12 jaar geleden ontvallen. Een gezin gesticht, ja dát waren de mooiste jaren wanneer hij eraan terugdacht. ‘Een rijk leven’ sprak hij iets te luid en gebruikelijk vanwege zijn gehooraandoening. Zijn toehoorder knikte langzaam met hem mee. ‘Ze komen niet zo vaak meer langs…eh… allemaal druk’. Hij begon deze zin met zijn blik afgewend maar keek de donker geklede figuur voor hem recht en vertwijfeld aan toen zijn zin haperde. Was hij zelf misschien schuldig geweest aan het feit dat zijn kinderen hem nog maar amper opzochten? Dat ze vrijwel geen echt contact meer hadden en dat ze ook niet de minste kennis hadden van zijn lichamelijke gesteldheid? Hij had de ziekte. Dat was niet onderzocht maar alle tekenen ervan waren aanwezig. De pijn werd ook heviger de laatste weken. Met wederom een vriendelijk handgebaar deed Martins bezoeker de veronderstelling dat hij het allemaal aan zichzelf te wijten had af als niet ter zake doende. ‘Je bent geen prater hè?’ zei Martin met een lach in zijn stem. Hij kende het antwoord al. Daarna keken ze elkaar een volle minuut zwijgend aan. Martin vanuit zijn stoel, zijn visiteur staande op nog geen meter afstand voor hem. Martin berustte in het feit dat het tijd was. De bezoeker waarvan het bleke gelaat nauwelijks zichtbaar was onder de wijd overhangende zwarte capuchon maakte een langzame beweging die leek op het hanteren van een bijl bij de houtkap. De slag van zijn zeis was bliksemsnel.
De glimlach om Martins mond gaf buren de bevestiging dat dit in combinatie met zijn hoge leeftijd een mooie dood was.
Frens.

Verkoop / promotie

Wil je mijn boeken verkopen of promoten  in jouw boekenwinkel? Neem dan contact met me op. Vul het contactfomulier in.

 
 
 
E-mailen
Map
Info